zondag 7 augustus 2016

03. Boerderij de Grote Hietcole, Hoogstraat 10, Toldijk (herzien in december 2024)

De Grote Hietcole, ook wel Lenderinkstede genoemd, ligt aan de Hoogstraat 10 in Toldijk. In dat dorp werden lang geleden maar liefst acht boerderijen (ook) met de naam Hietcole aangeduid. Twee aan de Hoogstraat en zes aan de Zutphen-Emmerikseweg (ZE-weg). Een vergissing lag dus op de loer. Vandaar dat het nodig bleek de geschiedenis van deze Hietcole tot circa 1815 te herschrijven. Maar ook dít onder voorbehoud.

De Grote Hietcole 1860-1973 (foto van een schilderij, eigendom van Hans Offenberg)
De boerderij is waarschijnlijk rond 1713 gesticht door Jan Joosten en zijn vrouw Gerritje Breukink. Mogelijk op nieuw ontgonnen grond (hiet = heide). Een eerdere of andere eigenaar hebben we niet gezien. In 1713 zijn Jan en Gerritje getrouwd.

Jan Joosten (+ vóór 1734)
Deze Jan Joosten is opgegroeid op de boerderij ernaast, (ook) Hietcole (en Timmerplaats) geheten (Hoogstraat 6, huisnr. 8 bestaat dan nog niet). Zijn vader Joost Jansen is al voor 1684 overleden, zijn moeder sterft in 1724. In 1727 wordt haar nalatenschap verdeeld. Jan erft daarbij zijn ouderlijk huis waarin stiefvader Lubbert Jansen (+ vóór 1729) dan nog woont. Bepaald wordt dat in geval de boerderij door oorlog of brand verwoest raakt, Lubbert niet verplicht is om de boerderij te herbouwen: ‘zo door krijg of brand – ’t welk God verhoede – het huis kwam te verongelukken, zo zal Lubbert Jansen niet gehouden wezen ’t zelve wederom te laten optimmeren’.
Jans broer Berend Joosten erft de Spittaler Hofstede, Hoogstraat 4. De drie boerderijen (Hoogstraat nrs. 4, 6 en 10) zijn dus via familieverbanden met elkaar verbonden.

Na Jans eigen overlijden worden in 1734 de eigendommen van hem en Gerritje Breukink beschreven en verdeeld. Dit vanwege haar aanstaande hertrouwen met Egbert Derksen Weideman (+1762). Hun in Zutphen woonachtige zoon Joost Jansen (ca. 1715-1778) krijgt daarbij 3/4e deel van de Grote Hietcole (bestaande uit huis, zaadberg, put en een deel van het land). Dochter Aaltje Jansen (ca. 1720-1765) ontvangt 1/4e deel: alleen land.
Moeder Gerritje behoudt de eigendom van de Hietcole/Timmerplaats die inmiddels ook wel Lubbert Jansenstede wordt genoemd. Ze verlaat de Grote Hietcole om daar met haar tweede man te gaan wonen.
Met haar vertrek raakt de Grote Hietcole dus per medio 1734 zijn bewoners kwijt. Dochter Aaltje Jansen zal er weliswaar haar intrek nemen, maar dat is pas na haar huwelijk in 1748 met Derk Nijkamp (1721-1802). Zij worden daarbij pachters van haar broer Joost.
Mogelijk is de boerderij in de tussenliggende veertien jaren verpacht geweest.

De nalatenschap van Gerritje Breukink (+1748)
Kort na het trouwen van dochter Aaltje overlijdt Gerritje Breukink. Haar beide kinderen erven elk een kwart van de Timmerplaats, stiefvader Egbert Weideman de andere helft.
Dit zorgt voor een conflict. In juli 1748 zegt Aaltje Jansen haar stiefvader Egbert de pacht op van haar 1/4e deel. Ze eist dat hij de boerderij tegen Petri 1749 verlaat. Maar wat ook de oorzaak mocht zijn, er wordt een oplossing gevonden.
Vier jaar later eist broer Joost Jansen hetzelfde. Egbert Weideman reageert met: ‘Het is goed, ik zal van de boerderij afgaan, maar op mijn portie dat ik daar aan heb (zijn eigen helft), blijven wonen.’
In juni 1753 geeft Egbert zich dan toch gewonnen. Hij verkoopt zijn deel van de ‘Lubbert Jansenstede of de Hietcole’ aan zijn twee stiefkinderen.

Na Aaltjes dood
Aaltje sterft in 1765. Vier maanden later hertrouwt weduwnaar Derk Nijkamp met Anna Geertruid Joosten (1739-1771). Zij komt van de Spittaler Hofstede (Hoogstraat 4) en is een achternichtje van Aaltje.
Eigenaar van de Grote Hietcole is dan nog steeds Aaltjes broer Joost Jansen die in Zutphen woont. Joost sterft in 1778. Zijn dochter Johanna Geertruid Jansen (1745-1830) erft de boerderij. Zij zal in 1785 trouwen met Hendrik Reesink (1764-1835), smidsbaas en koopman te Zutphen.
Aaltjes eigendomsdeel (grond) wordt in 1791 door Derk Nijkamp verkocht aan Jan Russer. Jan woont op de Grote Russer of Hietcole aan de ZE-weg 65.

Arend Klein Lenderink (1791-1838), de volgende pachter
Na Derk Nijkamps overlijden in 1802 is er mogelijk opnieuw een periode opgevuld door onbekende pachters. Want pas ergens tussen 1813 en 1820 komt de ons wél bekende pachter Arend Klein Lenderink op de boerderij. Dit samen met zijn moeder Janna Luunk (1761-1820), een broertje en twee zusjes. Aan hém dankt de Grote Hietcole zijn tweede naam: Lenderinkstede.
Arend is geboren en getogen op de naastgelegen Timmerplaats die door zijn vader Berend Klein Lenderink uit Hengelo (Gld) van 1784 tot aan zijn dood in 1813 is gepacht.
Naast boer werkt Arend ook als karreman, iemand die kar en paarden verhuurt.
In 1829 trouwt hij als 38-jarige met de 23-jarige Hendrica Teunissen (1805-1885). Zij is opgegroeid op de Kleine Bremerstede (ZE-weg 36, Toldijk).
Arends broer Jan Klein Lenderink woont bij hen in. Hij is echter vaak weg, want hij werkt als schutter in het leger. Als zodanig is hij in 1832 ‘gecantoniseerd in het kamp bij Oirschot onder de derde Compagnie van het tweede bataljon der tweede afdeling Mobile Gelderse Schutterij’. Jan is kennelijk betrokken bij de strijd tegen onze zuiderburen tijdens de Belgische Revolutie (1830). Dat is de naam van hun succesvolle opstand tegen de Nederlandse overheersing onder koning Willem l die resulteert in hun onafhankelijk. H. Addink schrijft hierover: ‘Op 15 november 1830 zijn tussen de 60 en 70 schutters van hier (= Steenderen) vertrokken wegens het oproer en afvallen der Belgen en hebben met meer andere schutters tot in het voorjaar 1831 in Zutphen gelegen, en zijn toen naar Noord-Brabant vertrokken. Zij zijn 30 augustus 1834 voor het grootste gedeelte met onbepaald verlof teruggekomen, ruim 60 personen, die op de 15e september feestelijk zijn onthaald op brood, boter, kaas en bier.’ (Aantekeningen van oudheden (...), OTGB 1989, p. 29)

In 1832 is eerdergenoemde Hendrik Reesink nog steeds de eigenaar van de Hietcole, in 1835 gaat deze over op zijn zoon Jan. Totdat hij de boerderij in 1843 verkoopt. Daarmee is de boerderij circa 130 jaar lang (van circa 1713 tot 1843) steeds door vererving van hand tot hand gegaan. 

Harmen Garritsen (1802-1857), eerst pachter, later eigenaar
In 1838, negen jaar na hun trouwen, sterft Arend Klein Lenderink. Het huwelijk bleef kinderloos. Hendrica hertrouwt een klein jaar later met Harmen Garritsen. Hij komt van boerderij Steenweert in Bronkhorst (Bovenstraat 18-20, gesloopt in 1886). Het paar krijgt vier kinderen.

Vier jaar na hun huwelijk, in 1843, kopen Harmen en Hendrika de tot dan toe gepachte boerderij van Jan Reesink, smid te Zutphen: ‘Het Erve en Goed De Groote Hietkale of Lenderinkstede, groot 14 Bunders, 27 roeden, 50 ellen, doende jaarlijks in pacht F200,-‘. De verkoopadvertentie verschijnt zelfs in een krant in Haarlem. De uiteindelijke koper blijkt echter al op de boerderij te wonen.
Het paar sluit een hypotheek af om deze aankoop te bekostigen. In de bijbehorende akte staat de boerderij omschreven als ‘een voor weinig jaren geheel nieuw opgeleverd huis met annex landhuiskamer…’. 
In 1856 is de lening afbetaald.

Volgens het bevolkingsregister woont er vanaf 1840 een tweede gezin op de Hietcole: Veearts Johan Hendrik August Baumhove uit het Duitse Pruisen samen met zijn Zutphense vrouw Anna Cornelia Dammers en hun twee kinderen. Mogelijk is die landhuiskamer dan al klaar en trekken ze daar in. Zo’n ‘kamer’ bestond soms uit meerdere vertrekken. Vijf jaar later vertrekt dit gezin naar ’s Heerenberg. 

In 1857 sterft Harmen, 51 jaar oud. De vier kinderen zijn op dat moment tussen de 17 en 12 jaar oud. Weduwe Hendrica gaat moedig alleen verder. Zo moedig, dat ze in 1860 zelfs aan het bouwen slaat. Het Kadaster spreekt van ‘bijbouw’. Mogelijk heeft ze een extra schuur gebouwd. 
De in 1973 afgebroken boerderij telt naast een woonkeuken en een 'grote' kamer, vier slaapkamers beneden en twee boven. Die laatste twee zijn via een trap op de deel te bereiken en werden door de knechten gebruikt.

Arend Gerhard Garritsen (1840-1910)
Harmens zoon Arend Gerhard zal de boerderij overnemen. Kort voor zijn huwelijk in 1868 ‘scheidt’ zijn moeder Hendrika Teunissen haar onroerend goed, waarbij hij eigenaar wordt van 2/5e van de Grote Hietcole of Lenderinkstede. Na haar dood zal hij de rest erven.  Arend trouwt met Tonia Johanna Hartman (1847-1911). Zij is opgegroeid op boerderij Rougoor (Holtslagweg 4, Baak). Een jaar later wordt hun enig kind geboren, zoon Harmen.
Arends broer Peter Herman trouwt in 1869. Moeder Hendrica Teunissen heeft voor hem boerderij De Kruisbrink gebouwd (Kruisbrinkseweg 7, Toldijk) op eerder aangekochte grond. Zelf verlaat ze eind 1870 de Grote Hietcole ook: ze gaat bij deze zoon inwonen. Op De Kruisbrink wonen anno 2024 nog steeds nazaten van deze Harmen Garritsen en Hendrica Teunissen, hoewel ook hier de boerderij inmiddels vervangen is door nieuwbouw. Het is nu een boerderij annex boerderijwinkel, www.dekruisbrink.nl, uitgebaat door mijn achterachterneef Dick Garritsen.

Mijn grootvader Harmen Garritsen 1869-1909

Rond 1870 nemen Arend en Tonia een ‘commensaal’ (kostganger) in huis, kleermaker Jan Vels. Jan is 64 jaar oud en geboren in Zelhem. Hij zal minimaal 10 jaar blijven. In 1876 komt er nog iemand bij: de uit Doesburg afkomstige onderwijzer Carel Wilhelm Gerhard Pieter van Oeveren. Carel blijft anderhalf jaar.

Harmen Garritsen (1869-1909)
In 1906 trouwt Arends enige zoon Harmen Garritsen op 36-jarige leeftijd met de even oude Aleida Berendina ten Broek (1868-1937). Ze komt uit Empe (gem. Voorst) en trekt bij hem in. Harmens ouders blijven echter eigenaar van de boerderij en bijbehorende grond. Dat is vreemd. Meestal neemt de zoon de boerderij in zo'n geval over en mogen de ouders in blijven wonen. Misschien doordat Harmen problemen had met zijn gezondheid? Hij is in ieder geval op een gegeven moment ziek. Zijn moeder Tonia heeft erg met hem te doen. Tegen de dokter zegt ze: 'Dokter, laat het kosten wat het wil, als mijn Harm maar weer beter wordt'. Het mocht niet baten. Harmen overlijdt in de zomer van 1909, 39 jaar oud, zijn beide zoons van slechts 2,5 en 1,5 achterlatend. 
Na Harmens dood ligt er een openstaande rekening van dokter J.J. van Lonkhuyzen, de plaatselijke huisarts. Hij declareert 75 gulden voor behandeling en geneesmiddelen. En eentje van de arts Van der Hoeven uit Zutphen: 20 gulden. We vinden ook een rekening van de werkvrouw: 'een halve dag gewerkt, 35 cent'.

Weduwe Aleida ten Broek vertrekt
Na Harmens overlijden ziet Aleida ten Broek voor zichzelf en haar kinderen geen toekomst in Toldijk. Kennelijk is de sfeer in de Grote Hietcole te snijden. De Steenderense notaris Beker schrijft onder meer 'Na alles wat er voorgevallen is, zijn uw schoonouders niet bereid ...'.
Ze gaat met haar kinderen terug naar haar ouderlijk huis in Empe en hertrouwt anderhalf jaar later (in 1911) in Voorst.

Arend Gerhard Garritsen overlijdt in juli 1910, 70 jaar oud. Al een maand na zijn overlijden wordt er een erfhuis gehouden, waar de ‘levende have, enz.’ oftewel het vee en de landbouwgereedschappen worden verkocht. Op 10 oktober volgt de verkoop van de Grote Hietcole zelf, incl. 11,5 ha. grond; deze wordt bij toewijzing verkocht aan de familie Offenberg. Echter met de voorwaarde dat weduwe Tonia Hartman in de 'grote kamer ten zuiden van het huis' (de landhuiskamer?) mag blijven wonen tot 22 februari 1911.
En daarmee is de boerderij 67 jaar in bezit geweest van de fam. Garritsen, de tweede eigenaar van de rond 1713 gestichte Grote Hietcole.

De affiche in A2-formaat die in en rond Steenderen te zien al zijn geweest. gedrukt door Stoomdrukfirma J.H.A. Wansleven te Zutphen (bron: Archief notaris Beker te Steenderen, vindplaats ECAL te Doetinchem)

Graafschap-Bode 1910 (via delpher.nl)
Graafschap-Bode 1910 (via delpher.nl)

Een droevig einde
Een deel van de tuin en boomgaard valt buiten de verkoop. Daar laat Tonia Hartman voor zichzelf een huisje bouwen dat Hoogstraat 8 als adres zal krijgen. Later zal achter dit huisje de slagerij van Aalderink worden gebouwd. Het is inmiddels afgebroken.
Tonia zal er zo'n zes weken gewoond hebben, want ze overlijdt al in april 1911, negen maanden na Arend, 63 jaar oud. De Offenbergs hebben op dat moment de Grote Hietcole nog niet eens betrokken.

Sinds haar mans overlijden woont Tonia alleen, inmiddels in een onwennig nieuw huisje. Ze mist er de reuring van een boerderij. Haar zoon, haar enig kind, is twee jaar daarvoor gestorven, de twee kleinkinderen wonen niet meer in de buurt. Het is de vraag of Tonia hen ooit nog gezien heeft, want de onderlinge verhoudingen lijken nogal verstoord. Ze heeft haar zuster en broers inmiddels overleefd, ze is nog als enige over. Zou ze daarom als troost wel eens een borrel hebben gedronken? De postbode vindt haar op een zondag dood in de gang. De Graafschap-bode schrijft hierover: ‘Naar het schijnt is de sterke drank, waarvan deze vrouw veel gebruik maakte, niet vreemd aan dit plotseling overlijden’.

Graafschap-Bode 13-04-1911 (via delpher.nl)

Op 15 mei 1911, drie dagen na hun huwelijk, worden Hendrikus Wilhelmus Offenberg (1868-1957) en Maria Geertruida Schooltink (1877-1940) in het bevolkingsregister ingeschreven op Hoogstraat 10. Hendrikus komt van boerderij Bekenplaats, Beekstraat 5, Toldijk. Maria uit Steenderen.
Begin jaren zeventig van de 20e eeuw bouwen hun zoon en kleinzoon de huidige woning. De Grote Hietcole wordt afgebroken. Hans Offenberg (geboren in 1948) zet het bedrijf van zijn ouders en grootouders voort. Anno 2024 woont hij er nog.

De familie Offenberg zittend voor De Grote Hietcole rond 1960 (collectie Hans Offenberg)

Met dank aan Bertus Rietberg

Over de achtergrond van Harmen Garritsen (1802-1857) die in 1839 op De Grote Hietcole introuwt, kun je lezen in het volgende verhaal
Boerderij Steenweert in Bronkhorst
Over de afkomst van zijn vrouw Hendrika Teunissen:
Schotse wortels in Toldijk: Aalt Anderson (ca. 1687-1750)
En over door Arend Garritsen (1840-1910) en Tonia Hartman (1847-1911) nagelaten rekeningen in
Uit een oude schoenendoos in Toldijk (begin 20e eeuw)
Over Jan Joosten in:
Over boerderij Timmerplaats / Lubbert Jansenstede / Hietcole, Hoogstraat 6, Toldijk

Van de familietak Garritsen is ook een uitgebreidere beschrijving beschikbaar (73 pagina's, incl. broers en zussen). Interesse? Laat het me weten. Ik stuur je dat digitale document graag (kosteloos) per mail toe.

Genealogische noot
Mijn afstamming van boerderij De Grote Hietcole:
Hendrica Teunissen          1829 x (1) Arend Klein Lenderink
                                          1839 x (2) Harmen Garritsen
Arend Gerhard Garritsen  1868 x  Tonia Johanna Hartman
Harmen Garritsen             1906 x Aleida Berendina ten Broek
Marinus Garritsen             1939 x Gerrie Busser
Alice Garritsen

De in de tekst genoemde Jan Russer is ook een voorvader

Eerdere versies van dit artikel verschenen in:
  • De Zwerfsteen, periodieke uitgave van de Historische Vereniging Steenderen, 2015-2 
  • OTGB - Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek, 2016-1

Geen opmerkingen: