woensdag 31 juli 2024

Schotse wortels in Toldijk: Aalt Anderson (ca. 1687-1750)

Rond 1725 vestigt Aalt Anderson zich op Bremerstede in Toldijk, samen met Arndje Jansen, dochter van de familie Bremer van de gelijknamige herberg, anno 2024 café-restaurant Den Bremer.
De wieg van Aalts vader stond in Schotland. Ook al is de naam Anderson inmiddels uit Toldijk verdwenen, zijn Schotse bloed stroomt er nog steeds.

Bremerstede moet ruim voor 1660 zijn gesticht. De oudst bekende eigenaar is Arend/Arnold Bremer. Hij is tevens eigenaar en naamgever van de herberg die men dan nog aanduidt met ‘Bremers Huis’. In 1676 verkopen zijn drie kinderen de boerderij aan één van zijn kleinkinderen: Elsken Kirspensis (ca. 1653-1742). Zij is een dochter van Geertruid Bremer en Johannus Kirspensis, koster in Steenderen. Elsken is getrouwd met Jan Arends, die later ook Bremer genoemd zal worden. 
In 1725 krijgt hun dochter Joanna Jansen (ca. 1690-1771) van haar ouders de helft van Bremerstede. Rond diezelfde tijd gaat dochter Arndje er wonen. Zij zal de andere helft hebben gekregen.

De boerderij wordt ook wel Bremerie, Bremersteeg, Ottenplaats, Ottenbosstede of Aaltsplaats genoemd. Die laatste naam zal naar Aalt Anderson verwijzen. 

1. Kaart uit 1807 met rechtsboven vier boerderijen: ‘Scholten’ heette eerder Bremerstede, ‘Bremersteeg’ was ooit Klein Bremerstede. Linksonder Herberg Den Bremer, ouderlijk huis van Arndje, de vrouw van Aalt Anderson













Jan Anderson, de Schotse vader van Aalt (1665-1731)

Vader Jan Anderson is in 1665 geboren in het plaatsje Duffus in het noorden van Schotland als zoon van William Anderson en Christen Symmson. Al jong komt hij naar ons land, waar hij in 1686 trouwt met de Ellecomse Judith Aalts. 
Zeer waarschijnlijk werkt hij voor koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Maria II. Willem III is sinds 1675 stadhouder van Gelre en Zutphen. En vanaf 1689 tevens koning van Engeland, Schotland en Ierland, als opvolger van Maria’s vader. Hij is eigenaar van jachtslot Hof te Dieren waarvan de landerijen zich uitstrekken tot in Ellecom. In 1684 koopt hij ook kasteel Het Loo in Apeldoorn. Dat laatste verklaart dan meteen waarom het gezin Anderson enkele jaren in die plaats woont.

Tot op heden ónverklaarbaar is Jans plotse rijkdom in 1695. We houden het maar op een Schotse erfenis. Vanuit Apeldoorn koopt Jan in Ellecom drie (delen van) boerderijen inclusief land. In 1705 zijn ze volledig Jans eigendom. Op een kaart van Hof te Dieren uit 1723 staat zijn naam tweemaal languit over zijn landerijen uitgeschreven.

Zijn leven lang blijft hij geregeld ‘Jan Schotsman’ genoemd worden. Zo’n bijzonder accent raak je natuurlijk nooit kwijt.









2. Duffus, de geboorteplaats van Jan, ligt in het hoge noorden van Schotland



Aalt Anderson

Aalt is rond 1687 in Ellecom geboren, maar verhuist met zijn ouders rond 1692 naar Apeldoorn. Uiterlijk begin 1702 keert het gezin naar Ellecom terug. Daar woont het zeer waarschijnlijk op Sluiterskamp, een van hun boerderijen. Het was een aanzienlijke hoeve met maar liefst vier ‘haardsteden’: openhaarden met een schoorsteen.
Maar vanaf 1705 maakt Aalt ook de neergang van zijn vaders rijkdom mee. Zo worden er hypotheken afgesloten, en uiteindelijk land en een boerderij verkocht.
Er blijft echter voldoende over. Na de dood van Aalts vader in 1731 verkopen de erfgenamen een tweede boerderij en een groot weiland. Daarmee belandt er via Aalts erfdeel ook een stukje Ellecomse voorspoed in Toldijk.

Ook Aalts broer en vier zussen verlaten Ellecom. Al blijft zus Marije in de buurt. Zij en haar man Gosseling Smink worden herbergier in De Engel in De Steeg. Twee zussen vertrekken naar de Betuwe, en een zus en een broer gaan naar Amsterdam. Broer Willem runt daar een herberg aan de Foeliestraat, ‘waer de Swaen in de gevel staet’.

Opvallend voor die tijd is de reislust van Aalts ouders. Zo zijn ze in winters februari 1722 aanwezig bij de doop van een kleinzoon in Appeltern (Betuwe): maar liefst 55 km. in een postkoets of te paard. Beiden zijn dan al bijna 60.
En in september 1727 reist moeder Judith, 65 jaar oud, naar Amsterdam. Ze begraaft er zoon Willem.
Aalts ouders zullen dan ook Toldijk wel bezocht hebben.

Aalt Anderson (+1750) en Arndje Jansen Bremer (+1751)

Aalt en Arndje zijn in 1712 in Arnhem getrouwd. De eerste circa dertien jaar wonen ze in Dieren. Hun vijf kinderen worden daar geboren. Mogelijk is Aalt er in dienst van de Nassause Domeinen, de domeinen van de familie Oranje-Nassau. In dit geval van jachtslot Hof te Dieren, net als zijn vader.

3. Trouwboek Arnhem, inschrijving huwelijk Aalt en Arndje in 1712

Rond 1725 komt het gezin naar de Bremerstede in Toldijk. Daarnaast blijft zij tot haar dood mede-eigenaar van herberg Den Bremer. Kort daarna komt deze in z’n geheel in handen van Johan Gordinou de Gouberville, een zoon van haar zuster Anna Sibilla.
Niet lang nadat Aalt en Arndje zijn overleden, kopen hun drie nog levende kinderen ook de andere helft van Bremerstede. Die blijkt nog steeds eigendom van Arndjes zuster Joanna.

Om in Toldijk de Schotse wortels te kunnen traceren, volgen we hun twee dochters, oftewel hun Toldijkse nazaten. Zoon Jan (1719-1765) vertrekt naar Dieren. Zijn nakomelingen bezitten nog tot 1791 percelen land behorend tot Bremerstede.
    -          Dochter Elsken trouwt in 1737 met Roelof Scholten uit Hummelo. Hun eerste twee kinderen
worden in Toldijk geboren. Drie jaar na hun huwelijk verhuizen ze naar Eefde. Daar woont het gezin totdat het in 1772 naar de Bremerstede terugkeert.
    -         Dochter Janna huwt in 1750 met Teunis Teunissen. Hij is waarschijnlijk geboren op Rougoor,
Holtslagweg 4. Ze vestigen zich op de boerderij die later Kléin Bremerstede zal heten.

In ieder geval is er dus vanaf 1772 sprake van twee boerderijen Bremerstede: Zutphen-Emmerikseweg 34 en 36. We volgen van beide de opeenvolgende bewoners zolang het nazaten van de Andersons betreft.

Bremerstede, Zutphen-Emmerikseweg 34 (nu Het Barger)

Elsken Anderson (1717-1789) en Roelof Scholten (1717-1789)
Als zij in 1772 vanuit Eefde terugverhuizen naar de Bremerstede, is de boerderij inmiddels hun eigendom. Roelof is dan 60 jaar oud en Elsken 55. Het zal een enerverend jaar zijn, want in juni reizen ze ook nog naar Amsterdam om getuige te zijn van de doop van een kleinzoon.
Misschien zijn ze naar Toldijk teruggekomen om kwartier te maken voor een van hun zonen. En inderdaad, in 1780, acht jaar later, doen ze de boerderij over aan zoon Aalt. Als tegenprestatie belooft hij zijn ouders tot hun einde toe te onderhouden.
Van slechts vier van hun negen kinderen hebben we sporen kunnen terugvinden. Waarschijnlijk zijn enkelen jong gestorven. Naast zoon Aalt blijven ook zoon Willem en dochter Arentje in Toldijk. Barend Jan (ook Jan Berend genoemd) vertrekt naar Amsterdam.
Als zoon Willem in 1762 met Janna Teunissen Lamslag trouwt, is hij carabinier (ruiter) onder Oranje Nassau, majoor Van Pabst. Hij zal (tijdelijk) als beroepssoldaat bij het leger hebben gewerkt, want dienstplicht bestaat nog niet. In 1810 overlijdt hij op het Halve Verenbos. Deze boerderij lag naast het Verenbos, Beekstraat 3, Toldijk.
Dochter Arentje trouwt met Jan Jansen. Ze wonen in ieder geval in 1784 (nog) in Toldijk.
Zoon Aalt is dus de volgende eigenaar/boer. 

Aalt Scholten (1751-1832) en (1) Jenneken Bessem (1753-1791), (2) Ludgardina Heitink (1752-1811)
Aalt trouwt in 1781 met Jenneken. Zij sterft tien jaar later, op diezelfde dag als een dochtertje van drie weken oud. Ze worden samen in de kerk begraven.
Na vijf maanden hertrouwt Aalt. Voorafgaand aan dat tweede huwelijk wordt er zoals gebruikelijk een inventaris van de bezittingen opgemaakt opdat de kinderen uit zijn eerste huwelijk later hun erfdeel krijgen. Daaruit blijkt dat zij bij volwassenheid een aanzienlijk bedrag zullen ontvangen.
In zo’n boedelbeschrijving wordt werkelijk alles vermeld wat in zo’n sterfhuis aanwezig is. Zoals in dit geval ook een ‘kakstoel’ en ‘enige rommelderij op de zolders’. Bijzonder is dat er ook ‘enige boeken’ in huis zijn. Niet veel mensen kunnen dan al lezen, laat staan een heel boek. Aalts oudtante Marije Anderson had in 1734 overigens ook al boeken in huis, en een bijbel.








4. Fragment uit de inventaris: een banke, enige rommelderij op de zolders, twee stoven en een koffijmool, brandhoud en een spigeltjen, enige boeken

Drie van Aalts vijf kinderen worden volwassen. Dochter Elsken vertrekt naar Angerlo, dochter Johanna (uit het tweede huwelijk) blijft in Toldijk. Zij woont met schoenmaker Derk Jan Dijenborgh aan de Schiphorsterstraat 16.
Zoon Gerrit Jan blijft op de Bremerstede.

Gerrit Jan Scholten (1784-1850) en Harmina Jolink (1785-1859)
Gerrit Jan trouwt in 1814 met Harmina Jolink, eveneens uit Toldijk. Al snel is hij de hoofdbewoner van de Bremerstede, ook al is zijn inwonende vader Aalt nog maar begin 60. Het echtpaar krijgt twee kinderen. De dochter sterft al jong.
Zoon Aalt is daarmee de gedoodverfde opvolger.

Aalt Scholten (1815-1871) en Johanna Hendrika Koenders (1808-1888)
Aalt en Johanna trouwen in 1836. Ze krijgen in totaal negen kinderen van wie er vier volwassen worden. Dochter Garritjen vertrekt samen met dagloner Jan ten Hout uit Rheden naar een boerderij in Steenderen. Zoon Hendrik Jan wordt kantoorbediende en polderontvanger, trouwt met een Arnhemse vroedvrouw en vestigt zich eveneens in Steenderen. Harmina trouwt in 1862 met haar overbuurjongen Harmen Aalderink. Het paar zet de pachtboerderij van zijn vader voort: De Kleine Russer, Zutphen-Emmerikseweg 69.
Zoon Arend volgt vader Aalt op.

Arend Scholten (1843-1889)
Arend blijft ongehuwd. Hij is 28 als zijn vader sterft. Zelf overlijdt hij al op zijn 46e. Daarmee is in 1889 de laatste nazaat van Jan Anderson van de Bremerstede verdwenen.
De boerderij wordt verkocht. Ene Berend Willem Hanskamp komt er als pachter te wonen.

Klein Bremerstede, Zutphen-Emmerikseweg 36 (nu De Potdekkel)

Janna Anderson (ca. 1722->1789) en Teunis Teunissen (ca.1722-1788)
Meteen na hun huwelijk in 1750 vestigen zij zich op Klein Bremerstede. De boerderij wordt een daghuurdersplaatsje genoemd, en zal dus een klein boerderijtje zijn geweest.
Maar Teunis is wel rotmeester. Een rot is een groep ‘weerbare mannen’ die opgeroepen kunnen worden als een soort reserveleger. Van hogerhand moesten die groepen in 1784 samengesteld worden. Veelal waren de ‘meesters’ van zo’n groep niet de kleinste boeren.
Het paar krijgt dertien kinderen, van wie er slechts vier volwassen worden: Zoon Jan Arend vertrekt naar Steenderen. Dochter Elsken naar Huissen. Zoon Jan blijft in Toldijk, samen met zijn vrouw Elisabeth Groenendaal die uit Holten komt. Zoon Peter blijft op Klein Bremerstede.
In juni 1787 maken Janna en Teunis een testament op. Ze schrijven dat deze jongste zoon hen al vele jaren goed heeft geholpen. Bovendien zijn de overige kinderen ‘tot hun eigen voordeel’ elders woonachtig. Daarom vermaken ze hun ‘huis, hof en land’ aan hem.
Maar precies een jaar later herroept Janna deze wilsbeschikking. Dit mede namens haar man. Per direct dragen ze hun bezittingen aan Peter over. Dit met de mededeling dat deze schenking hiermee buiten de erfenis valt. Drie maanden hierna overlijdt Teunis. Hij voelde zijn einde vast al naderen en wilde dat alles nog voor zijn dood in kannen en kruiken zou zijn.
Zoon Peter is hier dus de volgende boer.

Peter Teunissen (1762-1810) en Janna Maneveld (1764-1832), later hertrouwd met Gerrit Jan Jansen Reiger (1773-1859)
Peter en Janna trouwen in 1790. Janna is geboren op Maneveld, Ruurloseweg 90, Hengelo (Gld) (Varssel). Samen krijgen ze negen kinderen van wie de jongste nog maar vijf jaar oud is als Peter sterft.
Het jaar daarop hertrouwt Janna met de negen jaar jongere Gerrit Jan Jansen Reiger uit Toldijk. Als hij bij Janna intrekt, brengt hij zijn moeder mee: Janna Zeiskamp.
Zes van Peter en Janna’s kinderen worden volwassen. Dochter Johanna vertrekt naar Rheden, Teuntje en Hendrik naar Leuvenheim, Arend naar Bronkhorst. Alleen Jan (ongehuwd) en Hendrika blijven in Toldijk.
In 1832, het jaar van haar overlijden, staat Janna’s tweede man bij het Kadaster als eigenaar van Klein Bremerstede geregistreerd. In de papieren zien we dat er bij de boerderij ook een bijenschuur staat.
Begin 1833 verlaat weduwnaar Gerrit Jan de boerderij om in te trekken bij zijn zuster op Santbergen, Hardsteestraat 10. Samen met haar keert hij in 1844 terug. Klein Bremerstede zal in de tussentijd verpacht zijn, want bij terugkomst zijn een nichtje en haar man de hoofdbewoners. Bij zijn overlijden in 1859 is Gerrit Jan inmiddels geen eigenaar meer. 

Dochter Hendrika Teunissen (1805-1885) is in 1829 van Kleine Bremerstede vertrokken. Zij was er de laatste nazaat van de Schotse Jan Anderson. Ze trouwt met Arend Klein Lenderink en trekt bij hem in op de Grote Hietcole, Hoogstraat 10. Nadat Arend in 1838 is overleden, hertrouwt ze met Harmen Garritsen (1802-1857) die zijn plaats inneemt.
De laatste 15 jaar van haar leven woont Hendrika als weduwe in bij haar zoon op boerderij de Kruisbrink, Kruisbrinkseweg 7, Toldijk. Tegenwoordig drijft haar nazaat Dick Garritsen daar een winkel in Achterhoekse streekproducten (dekruisbrink.nl). Achterhoeks met, zo weten we nu, een Schots accent. 

Met dank aan Bertus Rietberg

Eerdere versies van dit artikel verschenen in
-          De Zwerfsteen (HVS Steenderen) 2024-01
-          OTGB 2024-02

Meer lezen? Dat kan via de volgende links:
Over vader Jan Anderson, zie:
Jan Anderson (1665-1731), een Schot in Ellecom
Over zus Marije Anderson:
De twee herbergen van Marije Anderson (Middachten en De Steeg)
Over café-restaurant Den Bremer:
Vier eeuwen herberg Den Bremer in Toldijk
Over de boerderij waar Andersonnazaat Hendrika Teunissen gaat wonen:
Boerderij de Grote Hietcole in Toldijk

Genealogische noot
Mijn afstamming van de Andersons:
William Anderson               x ca. 1660 Christen Symmson
Jan Anderson                     x 1686       Judith Aalts
Aalt Anderson                    x 1712       Arndje Jansen Bremer
Janna Aalts Anderson        x 1750       Teunis Teunissen
Peter Teunissen                 x 1790        Janna Maneveld/Boenink
Hendrika Teunissen           x 1839       Harmen Garritsen
Arend Gerhard Garritsen   x 1868        Tonia Johanna Hartman
Harmen Garritsen              x 1906        Aleida Berendina ten Broek
Marinus Garritsen              x 1939       Gerrie Busser
Alice Garritsen

Bronnen: Bevolkingsregister, Doop-, Trouw- en Begraafboeken, Ecal.nu, Gelders Archief, Kadaster, Memories van Successie, Wiewaswie.nl, diverse gerechtelijke aktes

Bronnen van de Illustraties
1. Gelders Archief, Tg. 0873, inv.nr. 36
2. Mapcarta.com
3. Gelders Archief, Tg. 2179, Trouwboek, inv.nr. 136
4. Idem, Tg. 3021, inv.nr. 799


Geen opmerkingen: