zaterdag 19 oktober 2019

De Toldijkse familie Hartman

Een van mijn overgrootmoeders is Tonia Johanna Hartman (1847-1911). Ze woonde met mijn overgrootvader Arend Gerhard Garritsen (1840-1910) op de Grote Hietcole, de rond 1970 afgebroken boerderij die stond aan de Hoogstraat 10 te Toldijk. Over haar heb ik eerder geschreven. Maar wie waren haar voorouders in de lijn Hartman en waar woonden zij?
Hieronder het relaas van de vier generaties Hartman die haar voorgingen, al zal die familienaam nog even op zich laten wachten. We beginnen bij de oudst mij bekende voorvader, Tonia’s betovergrootvader Evert Jansen.

Generatie 1 - Evert Jansen onder 't Holtslag (overl. rond 1745)
Over hem weten we slechts dat hij rond 1745 overleden moet zijn en in Toldijk op een van de boerderijen onder ’t Holtslag gewoond heeft. Het gaat om pachtboerderijen die onderdeel uitmaakten van het gelijknamige landgoed van weleer. Ooit werd dit goed gesierd door een kasteel, waarvan de toegangsweg aan de Schiphorsterstraat lag, rechts naast boerderij de Hartenplaats. De naam leeft nog voort in een straatnaam.
 
De straatnaam in Toldijk die herinnert aan landgoed en kasteel 't Holtslag

Generatie 2 - Gerrit Ever(t)s (ca. 1713-1783)
Over zijn zoon Gerrit Ever(t)s ontdekten we al wat meer. Zo kennen we de aantekening van zijn huwelijk in 1751 in het trouwboek van Steenderen: 'Gerrit Evers, jongeman, zoon van wijlen Evert Jansen in den Toldijk en Berendina Jansen, jonge dochter van Jan Jansen onder Hengelo. Copulati (getrouwd) 1 augustus'. Hij moet toen al zo’n 38 jaar oud zijn geweest.

Boerderij 't Venne
Vanaf ca. 1737 woont Gerrit Evers op ’t Venne, ook onder ’t Holtslag. Dat concluderen we o.a. uit een getuigenverhoor uit 1775. Boerderij ’t Venne, ook wel Venneplaats genoemd, bestaat niet meer. De boerderij lag aan de Hoogstraat, tegenover de Kalverdijk. Gerrit maakt er de veepest van de jaren 1768-1769 mee, een zeer besmettelijke koeienziekte. Gerrit verliest er in die jaren maar liefst 4 koeien, 3 eenwinters (dieren van 1 jaar oud) en 6 kalveren door. Gelukkig ontvangt hij een vergoeding van de overheid, maar of dit voldoende was om de schade te dekken, weten we niet.
 
'Ad art. 3. Antwoord 2de getuige Gerrit Evers, dat hij om de streek van 33 jaaren op het goed het Venne genaamt, onder het Holtslag mede gelegen, gewoont heeft' (stukje uit een getuigenverhoor anno 1775)

Boerderij Hartenplaats
Rond 1770 verhuist Gerrit met zijn gezin naar 'het goed, Hartenplaats geheten, onder den huize Het Holtslag', iets verderop. De boerderij bestaat nog steeds, Schiphorsterstraat 1, al zal het gebouw inmiddels vervangen zijn. De Hartenplaats werd in de loop der tijd ook wel aangeduid met de namen: Hartenstede, Reind Nusinkstede en Heijinks Bosch.
Ook op deze boerderij wordt Gerrit getroffen door de veepest. Over december 1771 meldt hij het 'afsterven van 8 beesten'. Gelukkig zijn drie zieke koeien 'gebeterd' (genezen). In 1774 wordt hij een derde keer getroffen door de ziekte. Ditmaal bezwijken er 4 koeien, 6 eenwinters en 6 kalveren aan. Twee eenwinters genezen. In totaal sterven er onder Steenderen alleen al in 1774 maar liefst 1700 stuks vee aan de pest (Bronkhorst en Olburgen niet meegerekend).
Volgens huidige begrippen had Gerrit slechts weinig vee. Maar destijds waren de boerderijen echter een stuk kleiner. Gezien de genoemde aantallen was Gerrits boerderij zelfs een van de grotere.
 
De huidige Hartenplaats, Schiphorsterstraat 1, Toldijk. Het bijgebouw met daarin de olierosmolen stond min of meer op de plaats van de tegenwoordige schuur, rechts op de foto.

Op de Hartenplaats blijkt Gerrit niet alleen boer te zijn, want hij wordt vanaf dat moment opeens ook wel 'Gerrit den Olieslager' genoemd. En inderdaad, volgens het latere Kadaster stond in een aparte schuur bij de boerderij een olierosmolen oftewel een paardenoliemolen. In een oliemolen wordt door een olieslager olie uit oliehoudende zaden 'geslagen', uit bijvoorbeeld raapzaad, koolzaad en lijnzaad. Deze olie werd gebruikt voor bakken en braden en als brandstof voor olielampjes. De molenstenen worden door een paard voortbewogen. 

In documenten zagen we ook dat Gerrit geld uitleent aan medeboeren. Dat is op zich niet heel bijzonder. Je had in die tijd geen spaarrekening bij een bank - banken bestaan nog niet - maar je leent het geld dat je op dat moment niet nodig hebt, uit aan iemand die je vertrouwt en ontvangt daarvoor rente. Een schuldbekentenis dient als bewijs.

'Nog verschult aan Gerrit Evers den olijslager eene somma volgens obligatie ad … f. 200,-' (akte anno 19-02-1774)

Gerrit heeft een zuster, Hendrika Evers (overl. 1791). Zij is getrouwd met Gosselink Teunissen (overl. 1774), afkomstig van het Stompslag, een voormalige boerderij in de omgeving van de Voortseweg in Toldijk.

In 1783 sterft Gerrit, circa 60 jaar oud; zijn vrouw Berendina overlijdt in 1795: 'overleden Berendina Jansen, weduwe van Gerrit Evers in den Toldijk, oud circa 70 Jaar, begraven den 22 dito, nalatende 2 kinderen en kindskinderen'. Ze hebben twee zoons, beiden geboren op ‘t Venne. De jongste, Gradus Garritsen (1760-1816), trouwt in 1786 als 26-jarige met de 40-jarige weduwe Harmina Wassink (1745-1825). Het paar woont op de Fokkingsbult, Broekstraat 13 te Baak, samen met de vier kinderen uit Harmina’s eerste huwelijk met Gosselink Garritsen. Menig persoon met de achternaam Gosselink stamt af van dit laatste echtpaar.

Generatie 3 - Evert Jan Garritsen (1752-1825)
Gerrits oudste zoon (en Tonia’s grootvader) Evert Jan, neemt de pacht van de Hartenplaats van zijn ouders over. In 1780 trouwt hij met Teuntje Herink (1757-1814). Zij is net als zijn moeder afkomstig uit Hengelo. Evert is eveneens boer en olieslager tegelijk. Volgens de 'Lijst Weerbare Mannen' bezit hij in 1784 vier paarden en heeft hij twee knechten.
Zoals we allemaal zullen weten, vielen eind 18e eeuw de Fransen ons land binnen. In de winter van 1794-1795 marcheren zij over de dan bevroren grote rivieren de Noordelijke Nederlanden in. Ze blijven tot 1813 en laten ook de Achterhoek, Toldijk en het leven van Evert Jan niet onberoerd. Maar ook militairen uit Hessen, Hannover en Engeland belegeren de streek op enig moment. Dit om Nederland tegen deze Fransen te verdedigen.
Op een gegeven moment wordt Evert Jan door de troepen uit Hannover en Hessen verplicht voor hen gedurende 28 dagen 'spandiensten' te verrichten met twee paarden en wagens (een spandienst is een verplichte dienst, bestaande uit het beschikbaar stellen van een span paarden). Daarnaast hebben de 'Hannoversen' hem '6 schepel rogge' afgeperst, en twee schepel raapzaad ontvreemd, en hebben de 'Hessentroepen' 1000 bossen stro van hem opgeëist en daarbij nog zes zakken gestolen. Van je verdedigers moet je het maar hebben. In 1797 ontvangt hij voor dit alles gelukkig wel een schadevergoeding.
In het voorjaar van 1805 heeft Evert Jan van 24 april tot 19 mei twee Franse mannen en twee paarden ingekwartierd gehad. Hij verklaart erover dat hij hen 'hooi, haver, brood, vlees, stro, rijst, azijn, zout en tint' heeft gegeven. Tint is rode wijn. De Fransen bliefden het hier veel gebruikelijkere bier natuurlijk niet.

Kaart anno 1807. Rechtsonder het Holtslag staat de oliemolen langs de Holtslagsdijk, nu Schiphorsterstraat. Daaronder d'Veenboer. Mogelijk was dat eerder 't Venne [Gelders Archief Tg. 873, inv. 36]

Boerderij Draaiumme
Financieel zal bovenstaande hem niet aan de afgrond gebracht hebben, want in hetzelfde jaar 1805 koopt Evert Jan katerstede De Lege Weide, ook bekend als de Draaiumme, aan de Hoogstraat 33 te Toldijk. Een katerstede is een klein boerderijtje. Hij huisvest er een van zijn dagloners, en veel later een schoonzuster.
In 1807 draagt hij 6 gulden bij aan de collecte voor de aanschaf van een nieuw orgel in de Steenderense kerk. Bijzonder om te ontdekken welke kleine feitjes soms zo maar bewaard zijn gebleven.
 
                                           De huidige Draaiumme, Hoogstraat 33, Toldijk

De familienaam Hartman
Ook al gaat dit artikel over de familie Hartman, we hebben die achternaam nog niet gezien. De drie tot nu toe genoemde voorvaders dragen nog een patroniem. Een patroniem of vadersnaam werd gebruikt door/voor mensen die geen vaste achternaam hadden. Hun familienaam vormt men uit de voornaam van de vader door er bijvoorbeeld een ‘s’ of ‘en’ achter te voegen: Jansen, Evers, Garritsen.
Maar dan wordt het 1811. De Fransen zijn hier nog steeds aan het bewind. Zij zijn het die ons nog steeds functionerende staatsbestel hebben ingericht, waaronder de Burgerlijke Stand. Op basis van een decreet van Napoleon worden voor het eerst de familienamen officieel vastgelegd, de zogenoemde Naamsaanneming. Ook zij die nog patroniemen dragen, moeten nu een achternaam kiezen. Zo ook Evert Jan. Er is een officiële akte van opgemaakt, die als volgt luidt: 'Voor ons Maire (burgemeester) der gemeente van Steenderen, kanton Doesborgh, arrondissement van Zutphen, departement van den Boven IJssel, is verschenen Evert Jan Garritsen, wonende onder Steenderen, en heeft verklaard aan te nemen voor familienaam de naam van Hartman en voor voornaam die van Evert Jan Garritsen, welke hij bestendig gedragen heeft, te behouden. (…)'. ‘Garritsen’ is hiermee dus zijn derde voornaam geworden.

                                           Handtekening van Evert Jan onder de akte van naamsaanneming anno 1812

Het lijkt aannemelijk dat de naam Hartenplaats de inspiratiebron voor deze naamkeuze is geweest. Maar die keuze kan ook te maken hebben met de naam van de toenmalige bossen rondom die boerderij, de Grote en Kleine Hartenbossen. De naam Hartenbos schijnt zoiets te betekenen als ‘bos op een onvruchtbare bodem’. Dat zou kunnen kloppen, want Evert Jan zei hier zelf over: 'dat zich in deze bossen hier en daar heet (heide), dorre en steriele grond bevindt, alwaar het hout geen voortgang heeft'. Ook is de mindere kwaliteit van deze grond af te leiden uit de grondklasse die in de kadastrale atlas anno 1832 aan de betreffende percelen is toegekend.

Evert Jan hertrouwt met een jonge deerne
Op 22 april 1814 sterft Evert Jans vrouw Teuntje Herink, 57 jaar oud. Geen van hun twee kinderen heeft haar overleefd. Maar de weduwnaar treurt niet lang. Al op 1 juli, slechts twee maanden na Teuntjes overlijden, hertrouwt de 62-jarige Evert Jan met de 26-jarige Teuntje Eggink (1787-1831), alweer afkomstig uit Hengelo. Opvallend is dat er bij dit huwelijk geen enkel familielid als getuige optreedt, niet van haar kant en niet van de zijne. Zouden zij hun bedenkingen hebben gehad bij het snelle hertrouwen en het enorme leeftijdsverschil? Wat men er ook van kan vinden: was dit huwelijk er niet geweest, dan was ik er zelf niet geweest. In oktober 1815 wordt hun enige kind, zoon Teunis, geboren.
Met de twee jaar daarvoor aangenomen naam Hartman blijkt het bij deze huwelijkssluiting nog niet zo te vlotten. In de akte van ondertrouw heet Evert Jan: 'Evert Jan Garritsen bijgenaamd Hartman'. Dat is vreemd, want Hartman is de officiële familienaam, geen bijnaam. Of men moet bedoelen dat hij deze naam er extra ‘bij’ heeft gekregen. En vader Gerrit wordt in de akte opeens 'Garrit Evers Garritsen' genoemd. Men moest duidelijk nog aan de nieuwe namen wennen.

In 1825 sterft Evert Jan, ruim 73 jaar oud. Een klein jaar later hertrouwt Teuntje buiten gemeenschap van goederen met Jan Dolleman uit Spankeren. Met hem en zoon Teunis woont Teuntje tot haar dood in 1831 op de Hartenplaats.

Generatie 4 - Teunis Hartman (1815-1882) 
Teunis is nog maar net 10 jaar oud als zijn vader overlijdt, en 15 als ook zijn moeder sterft. Daarmee is hij wees geworden. Hij heeft geen broers of zussen, alleen een stiefvader. Maar hij beschikt door dit vroege overlijden van zijn ouders als 15-jarige al wel over een aardig bezit. Naast het 'daghuurdersplaatsje' De Lege Weide/Draaiumme heeft hij ook een stuk of zeven percelen grond in de wijde omgeving geërfd en de 'opstal van de paardenoliemolen', die inmiddels door zijn ouders van de eigenaar van ’t Holtslag blijkt te zijn aangekocht. Daarnaast erft hij onder meer het vee, de zaadberg, gereedschappen en de hele verdere inboedel.
Zijn stiefvader hertrouwt een klein jaar later met Johanna Hiddink, weduwe van Garrit Harenberg. Zij woont op boerderij Dolleman, Dollemansstraat 12 te Baak. Teunis verhuist er met hem naartoe. Hij groeit er verder samen met haar kinderen op (zie ook het artikel De Dollemansstraat onder Baak).

Naast de Burgerlijke Stand hebben we ook de militaire dienstplicht aan Napoleon te danken. Een plicht die overigens sinds 1997 is opgeschort. Teunis valt onder de Lichting van het jaar 1834 en wordt goedgekeurd. Al hebben we geen foto van hem, we kennen door het keuringsrapport wel zijn signalement. Hij is 1 el en 690 strepen lang (1,69 meter), heeft een gewoon aangezicht, een smal voorhoofd, blauwe ogen, een smalle neus, een gewone mond en kin, blond haar en blonde wenkbrauwen. Daarmee weten we nog niet veel, want wat is ‘gewoon’? Maar toch.
Het aanbod aan goedgekeurde jongemannen is in sommige jaren zo groot, dat niet iedereen daadwerkelijk hoeft op te komen. Door loting wordt dan bepaald wie wel en wie niet. Teunis wordt ingeloot, maar heeft er kennelijk helemaal geen zin in om enige tijd in het leger, dan nog Nationale Militie geheten, te dienen. Daarom maakt hij gebruik van de mogelijkheid tot 'nommerverwisseling'. Je verwisselt daarbij je dienstplichtnummer met dat van iemand die is uitgeloot. Die ander vervult dan jouw dienstplicht. Uiteraard tegen betaling. 


                                                                De huidige boerderij Rougoor, Holtslagweg 4, Baak

De boerderijen Rougoor, Grolsplaats en Oorlogsschip
Teunis trouwt in 1842 met Johanna Pennekamp (1813-1889). Zij komt van de Grolsplaats, Hoogstraat 2, Toldijk. Samen betrekken ze de pachtboerderij Rougoor, Holtslagweg 4 onder Baak. Je vraagt je af waarom hij gaat pachten. Hij is immers niet onbemiddeld? Na het overlijden van Elsken Russer, Johanna’s moeder, erft zij in 1867 een deel van de Grolsplaats. Het andere deel kopen Teunis en Johanna erbij. De boerderij wordt vooralsnog verpacht. Inmiddels heeft Teunis op enig moment ook boerderij het Oorlogsschip in zijn bezit gekregen, Vrendenbargsedijk 1 te Baak. 


                                                        De huidige boerderij Oorlogsschip, Vrendenbargsedijk 1, Baak


Met de achternaam van Teunis is het blijven rommelen. De ene keer heet hij Hartman, de andere keer tooit men hem met het dubbele Garritsen Hartman. Zelfs bij de verkoop van de Draaiumme in 1894 is er, 12 jaar na Teunis’ dood, nog sprake van de ‘Erven Garritsen Hartman’. Het is meteen de laatste keer dat ik deze dubbele achternaam heb gezien.

Het paar heeft tijdens hun leven een aardig bezit opgebouwd. Teunis had daarbij het geluk dat hij als enig kind het gehele bezit van zijn ouders in zijn eentje heeft geërfd. Maar ook Johanna laat zich niet onbetuigd door de inbreng van de Grolsplaats en diverse percelen land, o.a. op de Russer. Bijzonder is dat het paar op een bepaald moment drie boerderijen bezit (Grolsplaats, Draaiumme en Oorlogsschip), maar zelf op een gepacht exemplaar woont. In 1881, een jaar voor zijn dood, verhuizen Teunis en Johanna van Rougoor naar de Grolsplaats. Daar woont inmiddels hun zoon Evert Jan.

Graafschap-bode 18-07-1894 (via delpher.nl)

Teunis en Johanna hebben vijf kinderen:

Evert Jan Hartman (1842-1901). Hij trouwt in 1878 met Grada Everdina Hammink (1849-1920) uit Hummelo. Het paar woont vanaf hun trouwen op de Grolsplaats. De pachters hebben datzelfde jaar plaats gemaakt. De boerderij komt echter pas in 1889 deels in Evert Jans bezit, pas na het overlijden van moeder Johanna Pennekamp. Hij is dan al 47 jaar oud. Zijn zuster Tonia heeft het andere deel geërfd, maar verkoopt dit al snel aan hem door. In 1892 vervangt Evert Jan het oude pand door de huidige boerderij, mogelijk met het oog op de toekomst van zijn dan nog enige levende zoon (zijn twee andere kinderen zijn al overleden). Maar helaas, ook dit laatste kind zal al snel sterven. Alles wat Evert Jan en Grada Everdina bezitten, is afkomstig uit de families Hartman en Pennekamp/Russer, maar wordt in zijn geheel geërfd door Hendrik Gerhard Hammink, de broer van Grada Everdina.

De Grolsplaats, Hoogstraat 2, Toldijk, in 1892 gebouwd door Evert Jan Hartman (bron: Kadaster)

Egbert Steven Hartman (1845-1894). Deze tweede zoon van Teunis blijft op Rougoor, de boerderij waarop hij is geboren en getogen. In 1878 trouwt hij met Steventjen Gosselink (1847-1908). Egbert Steven erft van zijn ouders het Oorlogsschip, en, evenals zijn zuster en broers, een deel van de Draaiumme. Hij overlijdt als hij nog maar 48 jaar oud is. Allen die de familienaam Hartman dragen en uit Toldijk stammen, zijn nazaten van deze Egbert Steven.
Weduwe Steventjen koopt vier jaar na zijn overlijden boerderij de Schiphorst, Schiphorsterstraat 14, Toldijk. Ze verhuist er met haar drie kinderen naartoe: Teunis, Hendrik Jan en Jantje.
Stef Hartman, de huidige eigenaar van de Schiphorst, is een kleinzoon van deze oudste zoon Teunis. Het Oorlogsschip blijft nog tot in de 50’er jaren van de 20e eeuw in bezit van deze familietak. Het Morgensterrenland, een vruchtbaar perceel gelegen aan de Hengelose beek in Baak en rond 1830 aangekocht door Teuntje Eggink en haar tweede man, zelfs nog tot ca. 1969. Dan wordt het tijdens de Ruilverkaveling herverdeeld.

Willemina Hartman (1850-1885). Zij trouwt in 1876 met Jan Hendrik Wijers (1841-1907) en trekt bij hem in op boerderij Huetink, J.F. Oltmansstraat 15 te Steenderen. Als Willemina sterft, is ze nog geen 35 jaar oud. Het paar heeft geen kinderen. Ook haar erfdeel vervalt aan de koude kant.

Hendrikus Hartman (1853-1875). Van dit jongste kind is niets bekend, behalve dan dat hij al op 21-jarige leeftijd overlijdt.

Generatie 5 - Tonia Johanna Hartman (1847-1911)
En dan natuurlijk nog mijn overgrootmoeder Tonia Hartman, het middelste kind in bovenstaand gezin. Zij heeft al haar broers en haar zuster overleefd, zoals ze ook haar man en haar enige kind, zoon Harmen, heeft overleefd. Op een zondagmorgen wordt ze dood gevonden in de gang van haar nog maar net betrokken splinternieuwe huisje aan de Hoogstraat 8 te Toldijk.

Met dank aan Stef en Marja Hartman

Leden van deze familie Hartman spelen ook een rol in de volgende verhalen

Genealogische noot
Overzicht van mijn afstamming van deze familie
Evert Jansen                      ca. 1720 x  Jantje Jansen
Gerrit Evers                             1751 x   Berendina Jansen
Evert Jan Garritsen Hartman  1814 x Teuntje Eggink
Teunis Garritsen Hartman       1842 x Johanna Pennekamp
Tonia Johanna Hartman          1868 x Arend Gerhard Garritsen
Harmen Garritsen                   1906 x Aleida Berendina ten Broek
Marinus Garritsen                   1939 x Gerrie Busser
Alice Garritsen

Dit artikel verscheen eerder in De Zwerfsteen 2019-2 en in het OTGB 2019-3


Geen opmerkingen: