Klein Neerheide ligt in de Doetinchemse buurtschap de
Kruisberg. Het is een van mijn voorouderboerderijen. Mijn overgrootouders
woonden er, en ook mijn oma aan moederskant, Aaltje Wiltink, heeft er nog
geboerd. Daarnaast zijn alle hieronder genoemde personen die de boerderij vóór
hen pachtten, aan mij verwant, en … de huidige bewoners. Reden genoeg om in het
soms ietwat bewogen verleden ervan te duiken.
De boerderij
Het
huidige adres van de boerderij is Hogenslagweg 7 en 9. Eerst valt de plek onder
buurtschap Langerak, later onder de Kruisberg. Beiden maken deel uit van Ambt
Doetinchem totdat deze gemeente in 1920 met de stad wordt samengevoegd tot de
gemeente Doetinchem.
Bij de ‘pondschatting’ anno 1650 ten behoeve van de belastingheffing wordt het
bijbehorende land omschreven als ‘slecht, venig en waterig’. Later is dit
ontgonnen.
De huidige boerderij is rond 1780 gebouwd, en vanaf 2009 grondig gerenoveerd.
Tot circa 1930 is er ook een uitgang aan de voorzijde naar een inmiddels niet
meer bestaande weg. Volgens het Bevolkingsregister is er steeds sprake van
minimaal een inwonende knecht en/of dienstmeid.
Ooit was er ook een boerderij met de naam Groot Neerheide. Deze heet nu
Neerheide en valt onder Hummelo: Loenhorsterweg 11. De afstand tussen beide
Neerheides is hemelsbreed zo’n 200 meter.
Klein Neerheide rond 1955 (foto: fam. Bennink) |
We zien ‘het goed Neerheide’ voor het eerst genoemd worden in 1650. Eigenaar is dan ‘vrouw Renssen’. In 1697 wordt bij een erfenis onderscheid gemaakt tussen Groot en Klein Neerheide. Dat laatste, inclusief ‘zijn houtgewas en visserijen’, valt daarbij toe aan Johan Renssen. Die verkoopt het in 1700 aan Hadewig Renssen en haar man ds. Abraham van Santbergen, emeritus predikant te Doesburg. Klein Neerheide wordt daarbij omschreven als: een huis met tuin, twee akkers en twee weilanden.
Een kleinzoon van dit echtpaar verkoopt de boerderij in 1768 aan Jacob Christiaan Maria Evert Albrecht van Heeckeren, heer van Barlham (1736-1780), getrouwd met Geertruid Elisabeth Crommelin (1744-1816). Van Heeckeren is tevens eigenaar en bewoner van Huis De Kruisberg. Dat stond op de plek waar veel later een gevangenis zou verrijzen. Het huidige Klein Neerheide zal door hem gebouwd zijn, want de boerderij stamt uit deze periode.
Zijn weduwe verkoopt in 1790 zowel de Kruisberg als het goed Neerheide aan Adrianus Hendrik baron van Diest (1765-1858) en zijn vrouw Adriana Johanna Wilhelmina Bodmer (1765-1839). Ook zij wonen op Huis De Kruisberg. Zij zullen Klein Neerheide niet lang bezitten.
Al snel blijkt de boerderij onderdeel van het Hummelose landgoed Runsvoort, eigendom van de Doesburgse vrijgezelle mejuffrouw Sophia Vles (1723-1799).
Engbert Garretsen (1752-1826), koopman, bierbrouwer, landbouwer en burgemeester van Hummelo, en zijn vrouw Willemina Nijenhuis worden in 1799 de nieuwe eigenaren van het landgoed. Zij wonen in Hummelo bij hun bierbrouwerij De Zwarte Kolk, hoek Sliekstraat/Hessenweg. Egbert sterft er in 1826. Zijn dochter Engelina Derkjen Garretsen (1798-1875) en schoonzoon Jan Breukink (1790-1857) erven brouwerij, landgoed en boerderij. Na Jans dood bestiert Engelina als 'mej. de wed. J. Breukink' de zaken, in ieder geval tot 1873.
Hun zoon Johan Gerhard Breukink (1827-1900) en zijn vrouw Bernarda Hendrika Tenkink bouwen in 1858 het huidige Runsvoort aan de Zelhemseweg 8, en vestigen zich daar.
Klein Neerheide gaat daarna over op Johans jongste dochter Gezina Aleida Breukink (1868-1938). Zij is ongehuwd. Na haar dood komt de boerderij in handen van een zoon van Gezina’s oudere zuster Egbarta: de econoom Egbert Willem Tenkink (1902-1988). Ook hij woont op Runsvoort in Hummelo.
Vanaf 1969 gaan bezit en bewoner samenvallen: Klein Neerheide wordt gekocht door de toenmalige pachter, Frederik Hendrik (Frits) Bennink (geb. 1923). Zijn erven verkopen de boerderij in 1995 aan de familie Wassink, de huidige bewoners.
De bewoners
1781 – Rond deze tijd is de huidige boerderij gebouwd, en vanaf dit jaar hebben we de bewoners kunnen achterhalen. De pachter is dan Arend Stoltenborg (1757-1806). Hij trouwt met Jenneken Wiltink (1763-1814).
Arends (voor)ouders wonen al enkele generaties in het richterambt Doetinchem. Jennekens familie stamt oorspronkelijk van boerderij Wiltink, Pluimersdijk 16 in Halle bij Zelhem. Dat is overigens bij alle hieronder genoemde Wiltinks het geval.
1791 – Tussen 1783 en 1804 worden op Klein Neerheide hun acht kinderen geboren van wie de helft voortijdig sterft. In 1791 ziet de tweede zoon, Jan, het levenslicht. Hij zal uiteindelijk zijn vader Arend als pachter opvolgen. Maar dat gebeurt pas nadat Jans stiefvader in 1818 is overleden.
1806 – Zoon Jan is vijftien als vader Arend Stoltenborg op 48-jarige leeftijd overlijdt. Drie jaar later hertrouwt moeder Jenneken met de negen jaar jongere Reint Siebelink (1772-1818). Voorafgaand aan dat huwelijk heeft Jenneken ervoor gezorgd dat haar kinderen hierdoor hun erfenis niet mislopen. In de trouwakte staat vermeld dat de ‘kinderen van het vorig huwelijk zijn afgegoed'.
Merklap geborduurd door Aaltje Wiltink (1874-1964) met de initialen van alle toenmalige bewoners (foto: familiebezit) |
1813 – Zoon Jan Stoltenborg (1791-1868) trouwt met Theodora (Dora) Wiltink (1792-1866). Zijn moeder en haar vader zijn halfbroer en halfzus. Waarschijnlijk is Dora opgegroeid in de toenmalige Doetinchemse buurtschap, nu woonwijk, Oosseld.
Voordat dit huwelijk gesloten kan worden, is er nog even een probleem. De akte van overlijden van vader Arend Stoltenborg die daartoe overlegd moet worden, blijkt zoek. Daarom moet Jan eerst naar de ‘vrederechter’ in kanton Doetinchem. Nadat die rechter vier ‘geloofwaardige lieden’ als getuigen heeft gehoord die wisten van zowel overlijden als begrafenis, heeft hij een ‘akte van bekendheid’ opgemaakt. Gewapend met deze akte kan Jan alsnog in het huwelijksbootje stappen.
Hij blijkt kleermaker van beroep. Daarmee, maar ook omdat hij niet de oudste zoon is, zou het voor de hand liggen dat niet hij, maar zijn oudere broer Hermanus de pacht overneemt. Maar die broer is vertrokken. Hermanus woont bij zijn overlijden in 1828 op boerderij Het Holtslag. Deze is zijn eigendom en ligt in de Loenhorst onder buurtschap Langerak. Waarschijnlijk dus niet ver van zijn ouderlijk huis.
1814 en 1818 – In 1814 overlijdt
moeder Jenneken Wiltink, 51 jaar oud. En in 1818 stiefvader Reint Siebelink, 45
jaar.
Vijf dagen voor zijn dood heeft Reint nog een testament opgemaakt. De notaris
verklaart daarbij dat Reint, ‘hoezeer ziek naar het lichaam, zijnde echter zijn
verstand en zinnen volkomen machtig, zoals uit de gesprekken en redeneringen
met ons, notaris en getuigen, volkomen is gebleken.’ De notaris acht Reint dus
in staat om verstandige beslissingen te nemen.
In het testament, dat op Klein Neerheide is getekend, benoemt Reint Siebelink
zijn stiefzoon Jan Stoltenborg en zijn vrouw – ‘bij mij inwonende’ – tot zijn
enige erfgenamen.
Vanaf dat moment hangt Jan naald en draad aan de wilgen. Hij wordt de volgende
pachter van Klein Neerheide.
1833 –Jan en Dora’s enige zoon en jongste kind, Derk Jan Stoltenborg,
wordt geboren. Acht meisjes gingen hem voor. Slechts vier van hen zijn
volwassen geworden.
1854 – Een andere Derk Jan, neefje Derk Jan
Wiltink (1835-1906), zoon van Dora’s broer, komt als knecht bij zijn oom en
tante inwonen. Hij is 19 jaar oud, en geboren en getogen op boerderij
Wonninkhagenkamp (later Kousman genaamd), Broekstraat 2, Zelhem.
Eigenlijk zou hij ditzelfde jaar onder de wapenen gaan, maar hij is afgekeurd
omdat hij ‘onder de maat’ is. Hij heeft een bewogen jeugd achter de rug. Als
hij 10 maanden oud is, sterft zijn moeder. Op zijn 3e krijgt
hij een stiefmoeder, op zijn 13e sterft zijn vader, en als hij
15 is, hertrouwt zijn 38-jarige stiefmoeder met hun 22-jarige knecht.
1856 – Derk Jan Stoltenborg trouwt met Aaltje
Langwerden (1831-1901). Zij is opgegroeid op boerderij Kraassenberg,
Vordenseweg 274, Hengelo (Gld). Haar vader is naast landbouwer ook riet- en
strodekker.
De laatste twee jaar voor haar trouwen werkt Aaltje als inwonend dienstmeid bij Jan Breukink, de toenmalige eigenaar van Klein Neerheide: in het huis bij de van zijn schoonvader overgenomen bierbrouwerij De Zwarte Kolk in Hummelo. Misschien hebben Derk Jan en zij elkaar wel ontmoet toen hij er op een keer zijn pacht kwam betalen.
1863 – Al na 6,5 jaar huwelijk overlijdt Derk Jan, slechts 29
jaar oud. Hij laat drie kinderen na, geboren tussen 1857 en 1862. De jongste is
nog maar net een jaar oud.
1864 – Kennelijk zag Aaltje er geen been in om kort na het overlijden
van haar man troost te zoeken bij het neefje van haar schoonmoeder, de
inmiddels al tien jaar inwonende knecht Derk Jan Wiltink (1835-1906). Elf
maanden later hertrouwt de inmiddels hoogzwangere Aaltje Langwerden met hem.
Hun eerste kind wordt drie weken na de huwelijkssluiting geboren. Je kunt je
afvragen waarom er niet eerder is getrouwd.
Jan Stoltenborg, haar eerste schoonvader, is getuige bij dit huwelijk.
Knarsetandend of met instemming? Het nieuwe paar blijft in ieder geval samen
met de Stoltenborgs op Klein Neerheide wonen.
Na hun eersteling volgen tot 1874 nog vijf kinderen, zodat Aaltje in totaal
negen kinderen heeft gebaard. Van hen sterven er ‘slechts’ twee voor hun
volwassenheid.
1866 en 1868 – Dora en Jan, de ouders van Aaltjes eerste man,
overlijden op Klein Neerheide, respectievelijk 74 en 77 jaar oud. Neefje Derk
Jan Wiltink wordt de volgende pachter.
1878 – In juli tekent Derk Jan het door de protestantse politicus Abraham Kuyper georganiseerde Volkspetitionnement. Middels deze petitie probeert Kuyper een door de liberalen ingediende onderwijswet tegen te houden die nadelig uitpakt voor het christelijk onderwijs. Derk Jan is een van de maar liefst 305.000 'kleine luyden' die hun handtekening zetten. In augustus worden deze handtekeningen door een delegatie van adellijke personen op paleis Het Loo aan koning Willem III aangeboden. Hij spreekt hen hartelijk toe, maar ondertekent de wet wel.
1891 – Derk Jan Wiltinks tweede zoon (de eerste is jong overleden)
en naamgenoot trouwt met Grada Lamberdina Wesselink uit Zelhem. Deze Derk Jan
junior (1865-1951) lijkt de beoogde opvolger, want Grada komt bij hem op Klein
Neerheide inwonen. Maar helaas, een half jaar later sterft ze in het kraambed.
Derk Jan hertrouwt in februari 1896 met de weduwe Aaltje Bosman (1861-1927).
Hij trekt bij haar in op de boerderij die zij met haar eerste man bewoonde: de
Zwaan, Terborgseweg 96, Doetinchem-Stad (inmiddels afgebroken). Maar zijn brood verdient hij vooral als tramwegarbeider bij de Gelderse Tramwegen. Het spoor liep voor het huis langs.
Nog even over zijn naam. Derk Jan junior zal niet vernoemd zijn naar zijn
vader, maar naar de eerste man van zijn moeder: Derk Jan Stoltenborg. Het was
gebruikelijk om een kind uit een volgend huwelijk te vernoemen naar de
overleden echtgenoot. Mogelijk als een soort eerbetoon.
Derk Jan Wiltink junior (1865-1951) (foto: fam. Wissink) |
De Zwaan, Terborgseweg 96, Doetinchem (schilderij: fam. Wissink) |
1891 – In hetzelfde jaar dat haar broer Derk Jan trouwt met Grada
Wesselink, trouwt zijn zuster Aleida Johanna (Jet) (1867-1947) met Grada’s
broer Herman Wesselink. Het paar woont eerst op Siebelink, Velswijkerweg 7,
Zelhem (Velswijk), en vanaf 1912 op De Nachtegaal, Eeltinkweg 9, Zelhem
(Winkelshoek).
1892 – Zoon Jan Willem (1869-1893) is knecht op boerderij Quatre Bras, Bielemansdijk 8, Halle. Hij trouwt met Lammerdina Bieleman, de dochter van de boer. Na negen maanden huwelijk sterft hij al.
Twee maanden na zijn overlijden wordt zijn enige kind geboren.
1893 en 1899 – Vader Derk Jan Wiltink stelt zich tweemaal
verkiesbaar als raadslid voor de Protestantse Kiesvereniging in de gemeente
Ambt-Doetinchem. Beide keren wordt hij niet gekozen.
1895 – De jongste zoon Herman Wiltink (1872-1965) trouwt met Lammerdina
Hendrika (Dientje) Ebbers. Nu Hermans oudere broer alsnog is vertrokken, zal
dit echtpaar straks de pacht overnemen.
Herman Wiltink en Dientje Ebbers anno 1944 (foto: fam. Wiltink) |
En dan wordt het 1901, een voor Klein Neerheide enerverend jaar:
1901-03-19 - Tegen de verwachting in verlaat zoon Herman, de
beoogde opvolger, de boerderij. Samen met zijn hoogzwangere vrouw en hun drie
jaar oude zoon Derk Jan. Ruim vijf jaar na hun huwelijk: vijf moeilijke jaren
waarin het jonge paar ook nog een pasgeboren kind verloor. Wat de druppel was
die de emmer liet overlopen, is niet bekend.
Feit is dat Herman van huis uit Nederlands-Hervormd is, en Dientje lid van de
in 1888 opgerichte Oud-Gereformeerde Kerk. En dat niet alleen: de oprichting
ervan had plaats in Dientjes ouderlijk huis, boerderij Het Loo, 1,3 km.
verderop. Deze boerderij gold als de bakermat van deze als ‘fien’ bestempelde
geloofsrichting. ‘Fien’ is dialect voor fijnzinnig en wil zoiets zeggen als:
strikt in de leer.
Een spreekwoord luidt: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel
tussen. Maar hier is het niet Herman die moeite heeft met Dientjes geloof, maar
haar schoonmoeder Aaltje Langwerden.
Van meet af aan heeft Aaltje zich om die reden tegen dit huwelijk gekeerd. Naar
verluidt is zij degene die op Klein Neerheide ‘de broek aan heeft’. Zij heeft
de touwtjes in handen.
Kennelijk lukt het niet elkaars geloof te respecteren of in ieder geval te
tolereren. Mogelijk stonden ze daarnaast ook qua karakter verschillend in het
leven. J.W. Hendriksen schrijft hierover: ‘Herman was een kordate man, wat kort
door de bocht misschien, maar hij had er zijn vrouw niet voor over’.
Hoe dan ook, Herman en Dientje vertrekken. Eerst voor vijf jaar naar Ruurlo.
Daarna wonen ze een jaar of acht in Warken bij Warnsveld om zich vervolgens
rond 1914 definitief in Vorden te vestigen, onder de rook van Kasteel
Wildenborch, Schoolhuisweg 2. Hun zoon Lammert neemt deze boerderij over, en vervolgens hun
kleinzoon Bertus Wiltink. Deze zal er wonen tot zijn overlijden in augustus 2022.
1901-06-25 – Drie maanden na Hermans vertrek doet de 33-jarige
Gerrit Sileon (1868-1910) uit Apeldoorn zijn intrede als inwonend knecht. Zijn
arbeid zal die van de node gemiste Herman Wiltink hebben moeten vervangen.
1901-09-13 – Weer drie maanden later overlijdt moeder Aaltje
Langwerden, 69 jaar oud. Ze sterft ‘na een langdurig doch geduldig lijden’.
Mogelijk was ze dus al ziek toen het conflict met zoon en schoondochter
speelde.
Na haar overlijden schijnt weduwnaar Derk Jan Wiltink samen met de toenmalige
eigenaar van Klein Neerheide (Gezina Aleida Breukink) naar Ruurlo te zijn
gegaan om zoon Herman te bewegen naar de boerderij terug te keren. Herman
weigert echter. Volgens J.W. Hendriksen ‘lag het volstrekt niet in zijn aard om
op een eenmaal genomen beslissing terug te komen’.
En daarmee komt er ruimte voor een nieuwe boer. Derk Jan is immers al 65 jaar
oud. Alle kinderen zijn inmiddels uitgevlogen, behalve Hermans jongere zusje
Aaltje. Zij is op dat moment 26 jaar. Anders dan vrij gebruikelijk heeft zij
nooit het ouderlijk huis verlaten om een tijdje elders als inwonende dienstbode
te werken.
Aaltje Wiltink (1874-1964) (foto's: familiebezit) |
1901-10-11 – Nu duidelijk is dat Herman niet terugkomt, lijken er
spijkers met koppen geslagen te worden. Nog geen maand na het overlijden
van haar moeder, en nog geen vier maanden na de komst op Klein Neerheide van
knecht Gerrit Sileon, trouwt dochter Aaltje (1874-1964) met hem. Net als ook
haar moeder 37 jaar eerder met een bij de familie inwonende knecht trouwde.
Is er in zo’n korte tijd iets opgebloeid tussen die twee? Kennen ze elkaar al
langer, en is zijn komst daarvan het gevolg? Of is er sprake van een puur
praktische oplossing om de ongetrouwde Aaltje aan een toekomst te helpen?
Vader Derk Jan zal officieel nog de pachter zijn (hij overlijdt in 1906, 70
jaar oud), maar in de praktijk zal zijn schoonzoon vanaf dat moment al de
honneurs hebben waargenomen. De eigenaar van Klein Neerheide lijkt met deze
opvolging akkoord.
Opvallend hoe ook een pachtboerderij van ouders op kinderen over kan gaan.
1909-04-10 – Het huwelijk van Aaltje en Gerrit is inmiddels bijna
acht jaar kinderloos gebleven. Ze krijgen (daarom?) een pleegkind in huis, de
bijna zes jaar oude Toon Gerritsen. Hij is een van de kinderen van Gerrit
Sileons zuster. Het gebeurde vaker dat een kinderloos echtpaar een kind werd
gegund.
1910-03-23 – Het gezinsgeluk is van korte duur. Nog geen jaar later
verongelukt Gerrit Sileon. Hij is slechts 41 jaar oud geworden.
Wat gebeurde er?
Zoals destijds vrij gebruikelijk bij pachters, zal Gerrit af en toe voor de
eigenaar van Klein Neerheide gewerkt hebben. In ieder geval is hij op zeker
moment bezig bomen te verslepen als hij struikelt en een wiel over zich heen
krijgt. Voordat hij sterft, doet hij zijn vrouw de aanbeveling te hertrouwen
met zijn vriend Busser. Dat lezen we in het boek ‘Van geslacht tot geslacht’
van J.W. Hendriksen.
Overlevering in de Busserfamilie bevestigt dat de ongehuwde Berend Busser
vanuit vriendendienst met de weduwe is getrouwd. Beide mannen schijnen tijdens
hun militaire dienstplicht met elkaar bevriend geraakt te zijn. Beiden zijn in
1868 geboren, dus dat lijkt aannemelijk.
Graafschap-Bode 26-03-1910 |
1911-03-11 – En inderdaad, twaalf maanden later hertrouwt de
dan 36-jarige weduwe Aaltje Wiltink (1874-1964) met de 42 jaar oude ongetrouwde
Berend Busser (1868-1937) uit Empe (bij Voorst).
Voor het zover is, zal Aaltje meerdere keren naar zijn boerderij zijn gereisd.
En Berend naar Klein Neerheide. Is reizen in die tijd geen sinecure, in hun
geval is er de stoomtram Zutphen-Emmerik (1902-1934). Naar halte Kruisberg is
het slechts 800 meter lopen. In Zutphen kan Aaltje overstappen richting
Apeldoorn en uitstappen bij station Empe, slechts een kilometer van Berends
huis. Maar gezien de vele haltes onderweg zal de reis toch nog aardig wat tijd
in beslag hebben genomen.
Aaltje zegt de pacht van Klein Neerheide op. Drie dagen voor het huwelijk
worden zij en haar pleegzoon Toon Gerritsen zowel uitgeschreven uit het Bevolkingsregister
van Ambt Doetinchem als ingeschreven in dat van de gemeente Brummen. Aaltje en
pleegzoon vestigen zich op de Oosterenk, IJsselstraat 7, Empe, het adres van
Berend Busser. Hoewel Aaltje en Berend zeker niet meer de jongsten zijn,
krijgen ze toch binnen iets meer dan vijf jaar vijf kinderen: vier dochters
en een zoon.
![]() |
1936 - 25-jarig huwelijksfeest Berend en Aaltje (foto: familiebezit) |
Tijdens haar laatste jaar op Klein Neerheide woont er naast Aaltje niet alleen
haar pleegzoon, maar ook een inwonende dienstbode en een kostganger. Deze
laatste, Hendrik Bennink (1884-1967), is volgens het Bevolkingsregister
molenaar van beroep. Na Aaltjes vertrek blijft hij op Klein Neerheide wonen.
Hij wordt de volgende pachter, maar niet voor lang. Sinds begin 1910 is Hendrik
bezig om dichtbij de Kruisberg een ‘stoomkorenmolen met bakkerij’ van de grond
te krijgen. Deze is inmiddels alweer afgebroken, maar stond op het huidige
perceel Klootsemastraat 16.
Hendrik Bennink is geboren op het adres Eeltinkweg 5, buurtschap Winkelshoek onder Zelhem. Rond 1892 verhuisde het gezin naar de naastgelegen boerderij De Roumaat, Eeltinkweg 7. Al voor zijn 17e verliet hij zijn ouderlijk huis om als inwonend knecht te gaan
werken. Zo werkt hij een tijdlang bij zijn broer Johan Frederik (1880-1949). Die heeft een
molen aan de Varsseveldseweg 252, Doetinchem, nu Benninkmolen genaamd. Bij hem
zal Hendrik het vak hebben geleerd.
Graafschap-Bode 19-03-1910 |
Graafschap-Bode 01-01-1913 |
![]() |
Graafschap-Bode 10-06-1915 |
1911-03-24 – Nog diezelfde maand trouwt Hendrik met Grada
Willemina Bilderbeek uit Steenderen. Het adres van Klein Neerheide luidt op dat
moment: Wijk B nummer 153. Straatadressen kent men op het platteland nog
niet.
1913 – In een advertentie in de Graafschap-Bode vraagt
Hendrik ‘een aankomende dienstbode die ook kan melken’. Ze dient zich te
vervoegen bij ‘H. Bennink, molenaar en landbouwer’. Elders afficheert hij zich
als molenaar en bakker. Kort voor de jaarwisseling wenst hij in de krant
eenieder het beste voor het nieuwe jaar als ‘H. Bennink, maalderij en
graanhandel, handel in brandstoffen’.
1914 – In mei wordt op Klein Neerheide een nieuwe knecht
ingeschreven: Steven Bennink (1887-1962). Hij blijkt een broer van de molenaars
Hendrik en Johan Frederik. Ook hij heeft eerder als knecht bij zijn oudere
broer Johan Frederik aan de Varsseveldseweg ingewoond.
Steven trouwt in november met Grada Hendrika Keijzer (1889-1970). Zijn status van
knecht wordt in het Bevolkingsregister gewijzigd in die van landbouwer, en zijn
adres verandert in Wijk B nummer 153-A. Vanaf dat moment is Klein Neerheide dus
gesplitst in twee aparte woningen, of beter: twee aparte boerderijen.
Rond de tijd dat Steven wordt ingeschreven, zien we in de Graafschap-Bode een
bericht over de bouw van een ‘woon- en winkelhuis met schuur’ door ‘H. Bennink
te De Kruisberg’.
Graafschap-Bode 02-12-1932 |
1915 – In januari lezen we in dezelfde krant: ‘Wegens
afschaffing der boerderij te koop…’. Hendrik Bennink biedt onder die aanhef het
volgende aan: ‘een dogcar, een bijna nieuwe ploeg, een span eggen, een lange
kar en een snijmolen met omloop’. En in de Zutphense Courant vinden
we: ‘Met de heer Bennink aan de Kruisberg werd een overeenkomst aangegaan voor
de aanleg van een los- en laadspoor naar zijn korenmolen aldaar’. Het zal gaan
om een aansluiting op het spoor van de stoomtram Zutphen-Emmerik. Dat liep door
de Klootsemastraat.
1916 – En dan is het zover. De stoomkorenmolen met bakkerij is al
een tijdje in gebruik, maar op 1 april 1916 opent Hendrik daarnaast zijn
‘winkel in kruidenierswaren’. Hij verkoopt er tevens ‘mais, gerst, haver,
lijnmeel en andere voerartikelen’. In 1931 zal hij op hetzelfde adres een
nieuwe bakkerij bouwen.
Inmiddels heeft Steven Bennink (1887-1962) met zijn gezin op Klein
Neerheide het rijk alleen. Maar het zit hem niet altijd mee. In een krant uit
maart lezen we: ‘Hedenmorgen had de knecht van Bennink uit de Kruisberg door de
slechte weg het ongeluk dat zijn kar met melkbussen en paard radicaal
ondersteboven viel. Met het overschot dat door toegeschoten hulp overbleef,
kwam hij aan de fabriek.’
Verder gaat het boerenleven er zijn gangetje. Geregeld zien we in de krant
advertenties verschijnen. Zo wordt er ‘een meisje of aankomende boerenmeid’
gevraagd, of ‘een flinke boerenknecht’. Of worden dieren, oogsten of anderszins
aangeboden, zoals ‘ter dekking de donkerrode volbloedstier Frans’,
bronskleurige kalkoenen, een os en leggende eenden. Op een keer is Stevens hond
weggelopen: een Duitse herdershond met de naam Molli.
Graafschap-Bode |
F.H. Bennink (bron: Boerderijen in Doetinchem) |
1939 –
Kort voor de Tweede Wereldoorlog stelt Steven zich verkiesbaar voor de
Doetinchemse gemeenteraad. Hij is een van de negen kandidaten voor
Gemeentebelang Lijst 4.
Ook in die tijd al gaat het er in de politiek niet altijd even fris aan toe. Zo
bericht de partij: ‘Uit angst voor stemmenverlies ontketent de SDAP (voorloper
van de PvdA, red.) in haar verkiezingskrantje ‘Doetinchem Vooruit’ een
ware hetze tegen onze lijst. Insinuaties en verdachtmakingen zijn aan de orde
van de dag.’
Volgens Gemeentebelang Lijst 4 streven haar kandidaten geen partij- of
groepsbelang na, maar beogen zij uitsluitend het gemeentebelang. Ze staat vrij
van iedere politiek.
1957 – Steven wordt als pachter opgevolgd door zijn zoon Frederik Hendrik
(Frits) (geb. 1923). Steven zelf sterft in 1962, zijn vrouw Grada in 1970.
Eigenaren-bewoners
1969-1970
– Vanaf dat moment gaan bezit en bewoning samenvallen. In 1969 koopt Frits
Bennink Klein Neerheide en omringend land. Mogelijk om deze aankoop te
bekostigen heeft hij het jaar ervoor een huis met tuin aan de Varsseveldseweg
verkocht.
Helaas wordt de boerderij het jaar daarop onbewoonbaar verklaard. Vanaf dat
moment doet deze slechts dienst als bedrijfsruimte. Aan de straatkant wordt een
nieuw woonhuis gebouwd, waarvan de eerste steen wordt gelegd door Frits’
moeder. De boerderij telt dan twintig koeien en drie paarden: oma, moeder en
dochter.
De grootste wens van Bennink is om de oude boerderij weer op te bouwen. Deze
wens is uitgekomen, maar helaas pas na zijn dood.
Klein Neerheide in onbewoonbare staat (foto: fam. Wassink) |
1995 – Sinds het overlijden
van de laatste mevrouw Bennink hebben de gebouwen inmiddels enkele jaren
leeggestaan. In 1995 wordt Klein Neerheide door de huidige bewoners, de fam.
Wassink, van de erven gekocht: het rond 1970 gebouwde woonhuis met daarachter
de onbewoonbaar verklaarde boerderij.
Dan volgen jaren van verbeten strijd om de woonbestemming daarvan terug te
krijgen. In 2009 beslist de gemeente Doetinchem uiteindelijk positief op het
verzoek. Dit vanwege de karakteristieke kwaliteiten van het gebouw en de lange
geschiedenis. Vanaf dat moment wordt het pand onder architectuur gerestaureerd
- met behoud van zoveel mogelijk karakteristieke elementen - en verbouwd tot
twee woningen.
Vanaf 2011 trekt de familie Wassink (dan in totaal drie huishoudens) ook in de
gerestaureerde boerderij. Heel toevallig blijkt deze familie verre verwanten
van alle Wiltinks die in de loop der tijd Klein Neerheide hebben bewoond. Zowel
deze Wiltinks als deze Wassinks stammen af van het voorouderpaar Jan en Jenneke
Wiltink dat rond 1680 op boerderij Wiltink in Halle woonde.
Maar ook zijn deze Wassinks verwant aan Dientje Ebbers, de vrouw die in 1895 op
Klein Neerheide introk met de verwachting er de toekomstige boerin te worden.
Meer over Berend Busser, de man van Aaltje Wiltink, lees je via de volgende link:
Over Berend Busser (1868-1937), de derde Busser op de Oosterenk in Empe
En over zijn afkomst:
De familie Busser: van Recke in Duitsland naar
de Oosterenk in Empe
Eerdere versies van dit verhaal verschenen in
- Kronyck onder de titel De geschiedenis van Klein Neerheide in de Doetinchemse Kruisberg,
Doetinchem 2021-04
- OTGB (Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek) onder de titel Klein Neerheide in de Kruisberg, 2022-02
Genealogische noot
Mijn afstamming van Klein Neerheide:
Derk Jan Wiltink 1864 x Aaltje Langwerden
Aaltje Wiltink 1911 x Berend Busser
Gerrie Busser 1939 x Marinus Garritsen
Alice Garritsen
Geraadpleegde bronnen
Bevolkingsregister (circa 1830-1920)
Boekkooi, G. en Kisman, A.K., Boerderijen in de gemeente Doetinchem,
Doetinchem 1988
Doop-, Trouw- en Begraafboeken
Hendriksen, J.W., Van geslacht tot geslacht, Zelhem 1999
Kadaster (1832-1971)
Maas, L.H. en Schaars, A.H.G. red., Boerderijen- en Veldnamen in Stad en Ambt Doetinchem, Doetinchem 2012
Memories van Successie
Overlevering
Overmars, Arno, Van herberg de gouden Druif, Tijdschrift OTGB 2024-04
Protocol van opdrachten, kentenissen, etc., 1696-1805 (ORA Landdrostambt
Zutphen, Tg 3021, inv. 669)
Verpondingskohier, 1649-1650 (Staten van het Kwartier van Zutphen, etc., Tg
0005, inv. 396)
Internetsites
Centrum voor Familiegeschiedenis: wiewaswie.nl en familieadvertenties
delpher.nl (database met o.a. oude Nederlandse kranten)
ecal.nu (Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers)
geldersarchief.nl
www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/overige-gebouwen/523-bierbrouwerij-de-zwarte- kolk.html
kasteleningelderland.nl/Kastelen/kruisberg.html
langsijsselberkel.nl/runsvoort.html
oudzelhem.nl / oudzelhem.eu
topotijdreis.nl
wiewaswie.nl
2 opmerkingen:
Goedemiddag mw. Garretsen, ik heb deze blog (weer eens) gelezen. Voor mij erg interessant en boeiend. Dank!
Ik heb nog een vraag: hebt u meer informatie over de vrouw van Frits Bennink en hun huwelijk? U verwijst naar haar overlijden, maar ik zou graag iets meer over haar (hun) leven en werken op Klein Neerheide te weten komen.
Vriendelijke groet,
Gerard Wassink (samen met mijn vrouw de koper van KN in 1995)
Beste Gerard,
Leuk van je te horen. Dan moet u/jij degene zijn die in de bungalow woont! Ik had al wel eerder contact met je zuster en broer in de oude boerderij.
Helaas kan ik je niet aan verdere info helpen. Dat heeft te maken met de privacyregels. Frits en Grada zijn nog te 'jong'.
Wel heb ik nog even gezocht in online verzamelingen van familie-advertenties en begraafplaatsen, maar helaas. Een van de weinige bronnen met recentere informatie is Delpher.nl. Daarop staan zo ongeveer alle kranten in Nederland. Misschien dat je daar iets over hen kunt vinden. Veel succes!
Een reactie posten