dinsdag 31 mei 2022

Boerderij Klein Neerheide in de Kruisberg (Doetinchem)

Klein Neerheide ligt in de Doetinchemse buurtschap de Kruisberg. Het is een van mijn voorouderboerderijen. Mijn overgrootouders woonden er, en ook mijn oma aan moederskant, Aaltje Wiltink, heeft er nog geboerd. Daarnaast zijn alle hieronder genoemde personen die de boerderij vóór hen pachtten, aan mij verwant, en … de huidige bewoners. Reden genoeg om in het soms ietwat bewogen verleden ervan te duiken. 

De boerderij

Het huidige adres van de boerderij is Hogenslagweg 7 en 9. Eerst valt de plek onder buurtschap Langerak, later onder de Kruisberg. Beiden maken deel uit van Ambt Doetinchem totdat deze gemeente in 1920 met de stad wordt samengevoegd tot de gemeente Doetinchem.
Bij de ‘pondschatting’ anno 1650 ten behoeve van de belastingheffing wordt het bijbehorende land omschreven als ‘slecht, venig en waterig’. Later is dit ontgonnen.
De huidige boerderij is rond 1780 gebouwd, en vanaf 2009 grondig gerenoveerd. Tot circa 1930 is er ook een uitgang aan de voorzijde naar een inmiddels niet meer bestaande weg. Volgens het Bevolkingsregister is er steeds sprake van minimaal een inwonende knecht en/of dienstmeid.
Ooit was er ook een boerderij met de naam Groot Neerheide. Deze heet nu Neerheide en valt onder Hummelo: Loenhorsterweg 11. De afstand tussen beide Neerheides is hemelsbreed zo’n 200 meter.

Klein Neerheide rond 1955 (foto: fam. Bennink)

De eigenaren 

We zien ‘het goed Neerheide’ voor het eerst genoemd worden in 1650. Eigenaar is dan ‘vrouw Renssen’. In 1697 wordt bij een erfenis onderscheid gemaakt tussen Groot en Klein Neerheide. Dat laatste, inclusief ‘zijn houtgewas en visserijen’, valt daarbij toe aan Johan Renssen. Die verkoopt het in 1700 aan Hadewig Renssen en haar man ds. Abraham van Santbergen, emeritus predikant te Doesburg. Klein Neerheide wordt daarbij omschreven als: een huis met tuin, twee akkers en twee weilanden.
        Een kleinzoon van dit echtpaar verkoopt de boerderij in 1768 aan Jacob Christiaan Maria Evert Albrecht van Heeckeren, heer van Barlham (1736-1780), getrouwd met Geertruid Elisabeth Crommelin (1744-1816). Van Heeckeren is tevens eigenaar en bewoner van Huis De Kruisberg. Dat stond op de plek waar veel later een gevangenis zou verrijzen. Het huidige Klein Neerheide zal door hem gebouwd zijn, want de boerderij stamt uit deze periode.
        Zijn weduwe verkoopt in 1790 zowel de Kruisberg als het goed Neerheide aan Adrianus Hendrik baron van Diest (1765-1858) en zijn vrouw Adriana Johanna Wilhelmina Bodmer (1765-1839). Ook zij wonen op Huis De Kruisberg. Zij zullen Klein Neerheide niet lang bezitten.
        Al snel blijkt de boerderij onderdeel van het Hummelose landgoed Runsvoort, in bezit van de Doesburgse vrijgezelle mejuffrouw Sophia Vles (1723-1799). Na haar dood verkopen haar erfgenamen het landgoed in 1800. 
       Egbert Garretsen, koopman, bierbrouwer, landbouwer en burgemeester van Hummelo, en zijn vrouw Willemina Nijenhuis worden de nieuwe eigenaren. Zij wonen in Hummelo bij hun bierbrouwerij De Zwarte Kolk, hoek Sliekstraat/Hessenweg. Egbert sterft er in 1826. Zijn dochter Engelina Derkjen (1799-1875) en schoonzoon Jan Breukink (1790-1857) erven brouwerij, landgoed en boerderij. Na Jans dood bestiert Engelina als 'mej. de wed. J. Breukink' de zaken, in ieder geval tot 1873.
        Hun zoon Johan Gerhard Breukink (1827-1900) en zijn vrouw Bernarda Hendrika Tenkink bouwen in 1858 het huidige Runsvoort aan de Zelhemseweg 8, en vestigen zich daar. 
        Klein Neerheide gaat daarna over op Johans jongste dochter Gezina Aleida Breukink (1868-1938). Zij is ongehuwd. Na haar dood komt de boerderij in handen van een zoon van Gezina’s oudere zuster Egbarta: de econoom Egbert Willem Tenkink (1902-1988). Ook hij woont op Runsvoort in Hummelo.
        Vanaf 1969 gaan bezit en bewoner samenvallen: Klein Neerheide wordt gekocht door de toenmalige pachter, Frederik Hendrik (Frits) Bennink (geb. 1923). Zijn erven verkopen de boerderij in 1995 aan de familie Wassink, de huidige bewoners.

 
De bewoners
 
1781 – Rond deze tijd is de huidige boerderij gebouwd, en vanaf dit jaar hebben we de bewoners kunnen achterhalen. De pachter is dan Arend Stoltenborg (1757-1806). Hij trouwt met Jenneken Wiltink (1763-1814).
Arends (voor)ouders wonen al enkele generaties in het richterambt Doetinchem. Jennekens familie stamt oorspronkelijk van boerderij Wiltink, Pluimersdijk 16 in Halle bij Zelhem. Dat is overigens bij alle hieronder genoemde Wiltinks het geval.
 
1791 – Tussen 1783 en 1804 worden op Klein Neerheide hun acht kinderen geboren van wie de helft voortijdig sterft. In 1791 ziet de tweede zoon, Jan, het levenslicht. Hij zal uiteindelijk zijn vader Arend als pachter opvolgen. Maar dat gebeurt pas nadat Jans stiefvader in 1818 is overleden.
 
1806 – Zoon Jan is vijftien als vader Arend Stoltenborg op 48-jarige leeftijd overlijdt. Drie jaar later hertrouwt moeder Jenneken met de negen jaar jongere Reint Siebelink (1772-1818). Voorafgaand aan dat huwelijk heeft Jenneken ervoor gezorgd dat haar kinderen hierdoor hun erfenis niet mislopen. In de trouwakte staat vermeld dat de ‘kinderen van het vorig huwelijk zijn afgegoed'.

Merklap geborduurd door Aaltje Wiltink (1874-1964) met de initialen van alle toenmalige bewoners (foto: familiebezit) 

1813 – Zoon Jan Stoltenborg (1791-1868) trouwt met Theodora (Dora) Wiltink (1792-1866). Zijn moeder en haar vader zijn halfbroer en halfzus. Waarschijnlijk is Dora opgegroeid in de toenmalige Doetinchemse buurtschap, nu woonwijk, Oosseld.
Voordat dit huwelijk gesloten kan worden, is er nog even een probleem. De akte van overlijden van vader Arend Stoltenborg die daartoe overlegd moet worden, blijkt zoek. Daarom moet Jan eerst naar de ‘vrederechter’ in kanton Doetinchem. Nadat die rechter vier ‘geloofwaardige lieden’ als getuigen heeft gehoord die wisten van zowel overlijden als begrafenis, heeft hij een ‘akte van bekendheid’ opgemaakt. Gewapend met deze akte kan Jan alsnog in het huwelijksbootje stappen.
Hij blijkt kleermaker van beroep. Daarmee, maar ook omdat hij niet de oudste zoon is, zou het voor de hand liggen dat niet hij, maar zijn oudere broer Hermanus de pacht overneemt. Maar die broer is vertrokken. Hermanus woont bij zijn overlijden in 1828 op boerderij Het Holtslag. Deze is zijn eigendom en ligt in de Loenhorst onder buurtschap Langerak. Waarschijnlijk dus niet ver van zijn ouderlijk huis.

1814 en 1818 – In 1814 overlijdt moeder Jenneken Wiltink, 51 jaar oud. En in 1818 stiefvader Reint Siebelink, 45 jaar.
Vijf dagen voor zijn dood heeft Reint nog een testament opgemaakt. De notaris verklaart daarbij dat Reint, ‘hoezeer ziek naar het lichaam, zijnde echter zijn verstand en zinnen volkomen machtig, zoals uit de gesprekken en redeneringen met ons, notaris en getuigen, volkomen is gebleken.’ De notaris acht Reint dus in staat om verstandige beslissingen te nemen.
In het testament, dat op Klein Neerheide is getekend, benoemt Reint Siebelink zijn stiefzoon Jan Stoltenborg en zijn vrouw – ‘bij mij inwonende’ – tot zijn enige erfgenamen.
Vanaf dat moment hangt Jan naald en draad aan de wilgen. Hij wordt de volgende pachter van Klein Neerheide.
                                  
1833 –Jan en Dora’s enige zoon en jongste kind, Derk Jan Stoltenborg, wordt geboren. Acht meisjes gingen hem voor. Slechts vier van hen zijn volwassen geworden.

Bron: tweemaal de Graafschap-Bode

1854 – Een andere Derk Jan, neefje Derk Jan Wiltink (1835-1906), zoon van Dora’s broer, komt als knecht bij zijn oom en tante inwonen. Hij is 19 jaar oud, en geboren en getogen op boerderij Wonninkhagenkamp (later Kousman genaamd), Broekstraat 2, Zelhem.
Eigenlijk zou hij ditzelfde jaar onder de wapenen gaan, maar hij is afgekeurd omdat hij ‘onder de maat’ is. Hij heeft een bewogen jeugd achter de rug. Als hij 10 maanden oud is, sterft zijn moeder. Op zijn 3e krijgt hij een stiefmoeder, op zijn 13e sterft zijn vader, en als hij 15 is, hertrouwt zijn 38-jarige stiefmoeder met hun 22-jarige knecht.

1856 – Derk Jan Stoltenborg trouwt met Aaltje Langwerden (1831-1901). Zij is opgegroeid op boerderij Kraassenberg, Vordenseweg 274, Hengelo (Gld). Haar vader is naast landbouwer ook riet- en strodekker. 
De laatste twee jaar voor haar trouwen werkt Aaltje als inwonend dienstmeid bij Jan Breukink, de toenmalige eigenaar van Klein Neerheide: in het huis bij de van zijn schoonvader overgenomen bierbrouwerij De Zwarte Kolk in Hummelo. Misschien hebben Derk Jan en zij elkaar wel ontmoet toen hij er op een keer zijn pacht kwam betalen.

1863 – Al na 6,5 jaar huwelijk overlijdt Derk Jan, slechts 29 jaar oud. Hij laat drie kinderen na, geboren tussen 1857 en 1862. De jongste is nog maar net een jaar oud.
                                     
1864 – Kennelijk zag Aaltje er geen been in om kort na het overlijden van haar man troost te zoeken bij het neefje van haar schoonmoeder, de inmiddels al tien jaar inwonende knecht Derk Jan Wiltink (1835-1906). Elf maanden later hertrouwt de inmiddels hoogzwangere Aaltje Langwerden met hem.
Hun eerste kind wordt drie weken na de huwelijkssluiting geboren. Je kunt je afvragen waarom er niet eerder is getrouwd.
Jan Stoltenborg, haar eerste schoonvader, is getuige bij dit huwelijk. Knarsetandend of met instemming? Het nieuwe paar blijft in ieder geval samen met de Stoltenborgs op Klein Neerheide wonen.
Na hun eersteling volgen tot 1874 nog vijf kinderen, zodat Aaltje in totaal negen kinderen heeft gebaard. Van hen sterven er ‘slechts’ twee voor hun volwassenheid.
 
1866 en 1868 – Dora en Jan, de ouders van Aaltjes eerste man, overlijden op Klein Neerheide, respectievelijk 74 en 77 jaar oud. Neefje Derk Jan Wiltink wordt de volgende pachter.

1878 – In juli tekent Derk Jan het door de protestantse politicus Abraham Kuyper georganiseerde Volkspetitionnement. Middels deze petitie probeert Kuyper een door de liberalen ingediende onderwijswet tegen te houden die nadelig uitpakt voor het christelijk onderwijs. Derk Jan is een van de maar liefst 305.000 'kleine luyden' die hun handtekening zetten. In augustus worden deze handtekeningen door een delegatie van adellijke personen op paleis Het Loo aan koning Willem III aangeboden. Hij spreekt hen hartelijk toe, maar ondertekent de wet wel.
 
1891 – Derk Jan Wiltinks tweede zoon (de eerste is jong overleden) en naamgenoot trouwt met Grada Lamberdina Wesselink uit Zelhem. Deze Derk Jan junior (1865-1951) lijkt de beoogde opvolger, want Grada komt bij hem op Klein Neerheide inwonen. Maar helaas, een half jaar later sterft ze in het kraambed. Derk Jan hertrouwt in februari 1896 met de weduwe Aaltje Bosman (1861-1927). Hij trekt bij haar in op de boerderij die zij met haar eerste man bewoonde: de Zwaan, Terborgseweg 96, Doetinchem-Stad (inmiddels afgebroken). Maar zijn brood verdient hij vooral als tramwegarbeider bij de Gelderse Tramwegen. Het spoor liep voor het huis langs.
Nog even over zijn naam. Derk Jan junior zal niet vernoemd zijn naar zijn vader, maar naar de eerste man van zijn moeder: Derk Jan Stoltenborg. Het was gebruikelijk om een kind uit een volgend huwelijk te vernoemen naar de overleden echtgenoot. Mogelijk als een soort eerbetoon.

Derk Jan Wiltink junior (1865-1951) (foto: fam. Wissink)

De Zwaan, Terborgseweg 96, Doetinchem (schilderij: fam. Wissink)

1891 – In hetzelfde jaar dat haar broer Derk Jan trouwt met Grada Wesselink, trouwt zijn zuster Aleida Johanna (Jet) (1867-1947) met Grada’s broer Herman Wesselink. Het paar woont eerst op Siebelink, Velswijkerweg 7, Zelhem (Velswijk), en vanaf 1912 op De Nachtegaal, Eeltinkweg 9, Zelhem (Winkelshoek).
 
1892 – Zoon Jan Willem (1869-1893) is knecht op boerderij Quatre Bras, Bielemansdijk 8, Halle. Hij trouwt met Lammerdina Bieleman, de dochter van de boer. Na negen maanden huwelijk sterft hij al. Twee maanden na zijn overlijden wordt zijn enige kind geboren. 

1893 en 1899 – Vader Derk Jan Wiltink stelt zich tweemaal verkiesbaar als raadslid voor de Protestantse Kiesvereniging in de gemeente Ambt-Doetinchem. Beide keren wordt hij niet gekozen.
 
1895 – De jongste zoon Herman Wiltink (1872-1965) trouwt met Lammerdina Hendrika (Dientje) Ebbers. Nu Hermans oudere broer alsnog is vertrokken, zal dit echtpaar straks de pacht overnemen.

Herman Wiltink en Dientje Ebbers anno 1944 (foto: fam. Wiltink)

En dan wordt het 1901, een voor Klein Neerheide enerverend jaar: 

1901-03-19 - Tegen de verwachting in verlaat zoon Herman, de beoogde opvolger, de boerderij. Samen met zijn hoogzwangere vrouw en hun drie jaar oude zoon Derk Jan. Ruim vijf jaar na hun huwelijk: vijf moeilijke jaren waarin het jonge paar ook nog een pasgeboren kind verloor. Wat de druppel was die de emmer liet overlopen, is niet bekend.
Feit is dat Herman van huis uit Nederlands-Hervormd is, en Dientje lid van de in 1888 opgerichte Oud-Gereformeerde Kerk. En dat niet alleen: de oprichting ervan had plaats in Dientjes ouderlijk huis, boerderij Het Loo, 1,3 km. verderop. Deze boerderij gold als de bakermat van deze als ‘fien’ bestempelde geloofsrichting. ‘Fien’ is dialect voor fijnzinnig en wil zoiets zeggen als: strikt in de leer.
Een spreekwoord luidt: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen. Maar hier is het niet Herman die moeite heeft met Dientjes geloof, maar haar schoonmoeder Aaltje Langwerden.
Van meet af aan heeft Aaltje zich om die reden tegen dit huwelijk gekeerd. Naar verluidt is zij degene die op Klein Neerheide ‘de broek aan heeft’. Zij heeft de touwtjes in handen.
Kennelijk lukt het niet elkaars geloof te respecteren of in ieder geval te tolereren. Mogelijk stonden ze daarnaast ook qua karakter verschillend in het leven. J.W. Hendriksen schrijft hierover: ‘Herman was een kordate man, wat kort door de bocht misschien, maar hij had er zijn vrouw niet voor over’.
Hoe dan ook, Herman en Dientje vertrekken. Eerst voor vijf jaar naar Ruurlo. Daarna wonen ze een jaar of acht in Warken bij Warnsveld om zich vervolgens rond 1914 definitief in Vorden te vestigen, onder de rook van Kasteel Wildenborch, Schoolhuisweg 2. Hun zoon Lammert neemt deze boerderij over, en vervolgens hun kleinzoon Bertus Wiltink. Deze zal er wonen tot zijn overlijden in augustus 2022.
 
1901-06-25 – Drie maanden na Hermans vertrek doet de 33-jarige Gerrit Sileon (1868-1910) uit Apeldoorn zijn intrede als inwonend knecht. Zijn arbeid zal die van de node gemiste Herman Wiltink hebben moeten vervangen.
 
1901-09-13 – Weer drie maanden later overlijdt moeder Aaltje Langwerden, 69 jaar oud. Ze sterft ‘na een langdurig doch geduldig lijden’. Mogelijk was ze dus al ziek toen het conflict met zoon en schoondochter speelde.
Na haar overlijden schijnt weduwnaar Derk Jan Wiltink samen met de toenmalige eigenaar van Klein Neerheide (Gezina Aleida Breukink) naar Ruurlo te zijn gegaan om zoon Herman te bewegen naar de boerderij terug te keren. Herman weigert echter. Volgens J.W. Hendriksen ‘lag het volstrekt niet in zijn aard om op een eenmaal genomen beslissing terug te komen’.
En daarmee komt er ruimte voor een nieuwe boer. Derk Jan is immers al 65 jaar oud. Alle kinderen zijn inmiddels uitgevlogen, behalve Hermans jongere zusje Aaltje. Zij is op dat moment 26 jaar. Anders dan vrij gebruikelijk heeft zij nooit het ouderlijk huis verlaten om een tijdje elders als inwonende dienstbode te werken.

Aaltje Wiltink (1874-1964) (foto's: familiebezit)

 


1901-10-11 – Nu duidelijk is dat Herman niet terugkomt, lijken er spijkers met koppen geslagen te worden. Nog geen maand na het overlijden van haar moeder, en nog geen vier maanden na de komst op Klein Neerheide van knecht Gerrit Sileon, trouwt dochter Aaltje (1874-1964) met hem. Net als ook haar moeder 37 jaar eerder met een bij de familie inwonende knecht trouwde.
Is er in zo’n korte tijd iets opgebloeid tussen die twee? Kennen ze elkaar al langer, en is zijn komst daarvan het gevolg? Of is er sprake van een puur praktische oplossing om de ongetrouwde Aaltje aan een toekomst te helpen?
Vader Derk Jan zal officieel nog de pachter zijn (hij overlijdt in 1906, 70 jaar oud), maar in de praktijk zal zijn schoonzoon vanaf dat moment al de honneurs hebben waargenomen. De eigenaar van Klein Neerheide lijkt met deze opvolging akkoord.
Opvallend hoe ook een pachtboerderij van ouders op kinderen over kan gaan.
 

1909-04-10 – Het huwelijk van Aaltje en Gerrit is inmiddels bijna acht jaar kinderloos gebleven. Ze krijgen (daarom?) een pleegkind in huis, de bijna zes jaar oude Toon Gerritsen. Hij is een van de kinderen van Gerrit Sileons zuster. Het gebeurde vaker dat een kinderloos echtpaar een kind werd gegund.
 
1910-03-23 – Het gezinsgeluk is van korte duur. Nog geen jaar later verongelukt Gerrit Sileon. Hij is slechts 41 jaar oud geworden.
Wat gebeurde er?
Zoals destijds vrij gebruikelijk bij pachters, zal Gerrit af en toe voor de eigenaar van Klein Neerheide gewerkt hebben. In ieder geval is hij op zeker moment bezig bomen te verslepen als hij struikelt en een wiel over zich heen krijgt. Voordat hij sterft, doet hij zijn vrouw de aanbeveling te hertrouwen met zijn vriend Busser. Dat lezen we in het boek ‘Van geslacht tot geslacht’ van J.W. Hendriksen.
Overlevering in de Busserfamilie bevestigt dat de ongehuwde Berend Busser vanuit vriendendienst met de weduwe is getrouwd. Beide mannen schijnen tijdens hun militaire dienstplicht met elkaar bevriend geraakt te zijn. Beiden zijn in 1868 geboren, dus dat lijkt aannemelijk.

Graafschap-Bode 26-03-1910

1911-03-11 – En inderdaad, twaalf maanden later hertrouwt de dan 36-jarige weduwe Aaltje Wiltink (1874-1964) met de 42 jaar oude ongetrouwde Berend Busser (1868-1937) uit Empe (bij Voorst).
Voor het zover is, zal Aaltje meerdere keren naar zijn boerderij zijn gereisd. En Berend naar Klein Neerheide. Is reizen in die tijd geen sinecure, in hun geval is er de stoomtram Zutphen-Emmerik (1902-1934). Naar halte Kruisberg is het slechts 800 meter lopen. In Zutphen kan Aaltje overstappen richting Apeldoorn en uitstappen bij station Empe, slechts een kilometer van Berends huis. Maar gezien de vele haltes onderweg zal de reis toch nog aardig wat tijd in beslag hebben genomen.
Aaltje zegt de pacht van Klein Neerheide op. Drie dagen voor het huwelijk worden zij en haar pleegzoon Toon Gerritsen zowel uitgeschreven uit het Bevolkingsregister van Ambt Doetinchem als ingeschreven in dat van de gemeente Brummen. Aaltje en pleegzoon vestigen zich op de Oosterenk, IJsselstraat 7, Empe, het adres van Berend Busser. Hoewel Aaltje en Berend zeker niet meer de jongsten zijn, krijgen ze toch binnen iets meer dan vijf jaar vijf kinderen: vier dochters en een zoon.

1936 - 25-jarig huwelijksfeest Berend en Aaltje (foto: familiebezit)

Tijdens haar laatste jaar op Klein Neerheide woont er naast Aaltje niet alleen haar pleegzoon, maar ook een inwonende dienstbode en een kostganger. Deze laatste, Hendrik Bennink (1884-1967), is volgens het Bevolkingsregister molenaar van beroep. Na Aaltjes vertrek blijft hij op Klein Neerheide wonen. Hij wordt de volgende pachter, maar niet voor lang. Sinds begin 1910 is Hendrik bezig om dichtbij de Kruisberg een ‘stoomkorenmolen met bakkerij’ van de grond te krijgen. Deze is inmiddels alweer afgebroken, maar stond op het huidige perceel Klootsemastraat 16.
Hendrik Bennink is geboren op het adres Eeltinkweg 5, buurtschap Winkelshoek onder Zelhem. Rond 1892 verhuisde het gezin naar de naastgelegen boerderij De Roumaat, Eeltinkweg 7. Al voor zijn 17e verliet hij zijn ouderlijk huis om als inwonend knecht te gaan werken. Zo werkt hij een tijdlang bij zijn broer Johan Frederik (1880-1949). Die heeft een molen aan de Varsseveldseweg 252, Doetinchem, nu Benninkmolen genaamd. Bij hem zal Hendrik het vak hebben geleerd.

Graafschap-Bode 19-03-1910
Graafschap-Bode 01-01-1913

Graafschap-Bode 10-06-1915


 


1911-03-24 – Nog diezelfde maand trouwt Hendrik met Grada Willemina Bilderbeek uit Steenderen. Het adres van Klein Neerheide luidt op dat moment: Wijk B nummer 153. Straatadressen kent men op het platteland nog niet. 

1913 – In een advertentie in de Graafschap-Bode vraagt Hendrik ‘een aankomende dienstbode die ook kan melken’. Ze dient zich te vervoegen bij ‘H. Bennink, molenaar en landbouwer’. Elders afficheert hij zich als molenaar en bakker. Kort voor de jaarwisseling wenst hij in de krant eenieder het beste voor het nieuwe jaar als ‘H. Bennink, maalderij en graanhandel, handel in brandstoffen’.
 
1914 – In mei wordt op Klein Neerheide een nieuwe knecht ingeschreven: Steven Bennink (1887-1962). Hij blijkt een broer van de molenaars Hendrik en Johan Frederik. Ook hij heeft eerder als knecht bij zijn oudere broer Johan Frederik aan de Varsseveldseweg ingewoond.
Steven trouwt in november met Grada Hendrika Keijzer (1889-1970). Zijn status van knecht wordt in het Bevolkingsregister gewijzigd in die van landbouwer, en zijn adres verandert in Wijk B nummer 153-A. Vanaf dat moment is Klein Neerheide dus gesplitst in twee aparte woningen, of beter: twee aparte boerderijen.
Rond de tijd dat Steven wordt ingeschreven, zien we in de Graafschap-Bode een bericht over de bouw van een ‘woon- en winkelhuis met schuur’ door ‘H. Bennink te De Kruisberg’.

Graafschap-Bode 02-12-1932

1915 – In januari lezen we in dezelfde krant: ‘Wegens afschaffing der boerderij te koop…’. Hendrik Bennink biedt onder die aanhef het volgende aan: ‘een dogcar, een bijna nieuwe ploeg, een span eggen, een lange kar en een snijmolen met omloop’. En in de Zutphense Courant vinden we: ‘Met de heer Bennink aan de Kruisberg werd een overeenkomst aangegaan voor de aanleg van een los- en laadspoor naar zijn korenmolen aldaar’. Het zal gaan om een aansluiting op het spoor van de stoomtram Zutphen-Emmerik. Dat liep door de Klootsemastraat.
 
1916 – En dan is het zover. De stoomkorenmolen met bakkerij is al een tijdje in gebruik, maar op 1 april 1916 opent Hendrik daarnaast zijn ‘winkel in kruidenierswaren’. Hij verkoopt er tevens ‘mais, gerst, haver, lijnmeel en andere voerartikelen’. In 1931 zal hij op hetzelfde adres een nieuwe bakkerij bouwen.
Inmiddels heeft Steven Bennink (1887-1962) met zijn gezin op Klein Neerheide het rijk alleen. Maar het zit hem niet altijd mee. In een krant uit maart lezen we: ‘Hedenmorgen had de knecht van Bennink uit de Kruisberg door de slechte weg het ongeluk dat zijn kar met melkbussen en paard radicaal ondersteboven viel. Met het overschot dat door toegeschoten hulp overbleef, kwam hij aan de fabriek.’
Verder gaat het boerenleven er zijn gangetje. Geregeld zien we in de krant advertenties verschijnen. Zo wordt er ‘een meisje of aankomende boerenmeid’ gevraagd, of ‘een flinke boerenknecht’. Of worden dieren, oogsten of anderszins aangeboden, zoals ‘ter dekking de donkerrode volbloedstier Frans’, bronskleurige kalkoenen, een os en leggende eenden. Op een keer is Stevens hond weggelopen: een Duitse herdershond met de naam Molli.

Graafschap-Bode

F.H. Bennink (uit Boerderijen in de Achterhoek)

1939 – Kort voor de Tweede Wereldoorlog stelt Steven zich verkiesbaar voor de Doetinchemse gemeenteraad. Hij is een van de negen kandidaten voor Gemeentebelang Lijst 4.
Ook in die tijd al gaat het er in de politiek niet altijd even fris aan toe. Zo bericht de partij: ‘Uit angst voor stemmenverlies ontketent de SDAP (voorloper van de PvdA, red.) in haar verkiezingskrantje ‘Doetinchem Vooruit’ een ware hetze tegen onze lijst. Insinuaties en verdachtmakingen zijn aan de orde van de dag.’
Volgens Gemeentebelang Lijst 4 streven haar kandidaten geen partij- of groepsbelang na, maar beogen zij uitsluitend het gemeentebelang. Ze staat vrij van iedere politiek.
 
1957 – Steven wordt als pachter opgevolgd door zijn zoon Frederik Hendrik (Frits) (geb. 1923). Steven zelf sterft in 1962, zijn vrouw Grada in 1970.


Eigenaren-bewoners  
 

1969-1970 – Vanaf dat moment gaan bezit en bewoning samenvallen. In 1969 koopt Frits Bennink Klein Neerheide en omringend land. Mogelijk om deze aankoop te bekostigen heeft hij het jaar ervoor een huis met tuin aan de Varsseveldseweg verkocht.
Helaas wordt de boerderij het jaar daarop onbewoonbaar verklaard. Vanaf dat moment doet deze slechts dienst als bedrijfsruimte. Aan de straatkant wordt een nieuw woonhuis gebouwd, waarvan de eerste steen wordt gelegd door Frits’ moeder. De boerderij telt dan twintig koeien en drie paarden: oma, moeder en dochter.
De grootste wens van Bennink is om de oude boerderij weer op te bouwen. Deze wens is uitgekomen, maar helaas pas na zijn dood.

Klein Neerheide in onbewoonbare staat (foto: fam. Wassink)

1995 – Sinds het overlijden van de laatste mevrouw Bennink hebben de gebouwen inmiddels enkele jaren leeggestaan. In 1995 wordt Klein Neerheide door de huidige bewoners, de fam. Wassink, van de erven gekocht: het rond 1970 gebouwde woonhuis met daarachter de onbewoonbaar verklaarde boerderij.
Dan volgen jaren van verbeten strijd om de woonbestemming daarvan terug te krijgen. In 2009 beslist de gemeente Doetinchem uiteindelijk positief op het verzoek. Dit vanwege de karakteristieke kwaliteiten van het gebouw en de lange geschiedenis. Vanaf dat moment wordt het pand onder architectuur gerestaureerd - met behoud van zoveel mogelijk karakteristieke elementen - en verbouwd tot twee woningen.
Vanaf 2011 trekt de familie Wassink (dan in totaal drie huishoudens) ook in de gerestaureerde boerderij. Heel toevallig blijkt deze familie verre verwanten van alle Wiltinks die in de loop der tijd Klein Neerheide hebben bewoond. Zowel deze Wiltinks als deze Wassinks stammen af van het voorouderpaar Jan en Jenneke Wiltink dat rond 1680 op boerderij Wiltink in Halle woonde.
Maar ook zijn deze Wassinks verwant aan Dientje Ebbers, de vrouw die in 1895 op Klein Neerheide introk met de verwachting er de toekomstige boerin te worden.

Anno 2022: vier achterkleinkinderen van Derk Jan Wiltink en Aaltje Langwerden voor het gerestaureerde Klein Neerheide (foto: Albertine Wissink)


Meer over Berend Busser, de man van Aaltje Wiltink, lees je via de volgende link:
Over Berend Busser (1868-1937), de derde Busser op de Oosterenk in Empe

Eerdere versies van dit verhaal verschenen in
-          Kronyck, Doetinchem 2021-04
-          OTGB (Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek) 2022-02

Genealogische noot
Mijn afstamming van Klein Neerheide:
Derk Jan Wiltink    1864 x   Aaltje Langwerden
Aaltje Wiltink         1911 x   Berend Busser
Gerrie Busser       1939 x   Marinus Garritsen
Alice Garritsen

Geraadpleegde bronnen
Bevolkingsregister (circa 1830-1920)
Boekkooi, G. en Kisman, A.K., Boerderijen in de gemeente Doetinchem, Doetinchem 1988
Maas, L.H. en Schaars, A.H.G. red., Boerderijen- en Veldnamen in Stad en Ambt Doetinchem, Doetinchem 2012
Doop-, Trouw- en Begraafboeken
Hendriksen, J.W., Van geslacht tot geslacht, Zelhem 1999
Kadaster (1832-1971)
Memories van Successie
Overlevering
Protocol van opdrachten, kentenissen, etc., 1696-1805 (ORA Landdrostambt Zutphen, Tg 3021, inv. 669)
Verpondingskohier, 1649-1650 (Staten van het Kwartier van Zutphen, etc., Tg 0005, inv. 396)

Internetsites
Centrum voor Familiegeschiedenis: wiewaswie.nl en familieadvertenties
delpher.nl (database met o.a. oude Nederlandse kranten)
ecal.nu (Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers)
geldersarchief.nl
www.hummelo.nl/geschiedenis-hummelo/overige-gebouwen/523-bierbrouwerij-de-zwarte- kolk.htmlkasteleningelderland.nl/Kastelen/kruisberg.html
langsijsselberkel.nl/runsvoort.html
oudzelhem.nl / oudzelhem.eu
topotijdreis.nl
wiewaswie.nl

2 opmerkingen:

Gerard Wassink zei

Goedemiddag mw. Garretsen, ik heb deze blog (weer eens) gelezen. Voor mij erg interessant en boeiend. Dank!
Ik heb nog een vraag: hebt u meer informatie over de vrouw van Frits Bennink en hun huwelijk? U verwijst naar haar overlijden, maar ik zou graag iets meer over haar (hun) leven en werken op Klein Neerheide te weten komen.
Vriendelijke groet,
Gerard Wassink (samen met mijn vrouw de koper van KN in 1995)

https://alicegarritsen.blogspot.com/ zei

Beste Gerard,
Leuk van je te horen. Dan moet u/jij degene zijn die in de bungalow woont! Ik had al wel eerder contact met je zuster en broer in de oude boerderij.
Helaas kan ik je niet aan verdere info helpen. Dat heeft te maken met de privacyregels. Frits en Grada zijn nog te 'jong'.
Wel heb ik nog even gezocht in online verzamelingen van familie-advertenties en begraafplaatsen, maar helaas. Een van de weinige bronnen met recentere informatie is Delpher.nl. Daarop staan zo ongeveer alle kranten in Nederland. Misschien dat je daar iets over hen kunt vinden. Veel succes!