Boerderij Oosterenk, IJsselstraat 7 te Empe, is vanaf 1836 bijna twee eeuwen lang het honk van de familie Busser. Mijn grootvader Berend Busser is de derde in een rij van in totaal vijf generaties. Hij is naar verluidt een lieve man en heeft twee rechterhanden. Ook is hij maatschappelijk betrokken. Onderstaande beschrijving van zijn leven geeft daardoor meteen een inkijkje in het Empe van toen.
![]() |
De Oosterenk anno 2022 (bron: Funda.nl) |
Tot zijn vaders overlijden
Voordat Berend als oudste zoon de boerderij overneemt, werkt en
woont hij maar liefst dertien jaar elders. In december 1886, precies op zijn 18e
verjaardag, verlaat hij zijn ouderlijk huis. Mogelijk om zijn licht op te
steken. Maar mogelijk ook omdat het thuis wel wat vol werd. Het gezin telt op
dat moment acht kinderen. De negende en laatste moet nog geboren worden.
De eerste drie jaar werkt Berend bij de familie Tekelenburg op
boerderij Bloemenkolk, Emperweg 80, Empe, recht achter de Emper school. Deze
hoort dan onder Huize Empe, en is daarmee eigendom van de familie Van Hasselt.
Eind september 1889 verruilt hij deze boerderij voor Het Bensink,
Ganzekolk 7, Empe. Daar boert dan de familie Hunnekink. Ook Het Bensink is
eigendom van de Van Hasselts. In het Dienstbodenregister staat bij de boerderij
een lange rij boerenknechten, arbeiders en dienstbodes opgesomd. De meesten
blijven ongeveer een jaar, maar Berend houdt het er maar liefst tien jaar vol.
Hij zal dus een goede knecht zijn geweest, en het er op zijn beurt naar zijn
zin hebben gehad.
Pas eind augustus 1899 keert hij terug naar de Oosterenk. Zijn vader
is inmiddels 63 en zal vier jaar later overlijden.
Tweemaal Berend Busser. Links ca. 1890 (ca. 22 jaar oud) (bron: familiebezit)
Berend als boer en echtgenoot
Vanaf dat moment bewoont de nog vrijgezelle 34-jarige Berend de
Oosterenk samen met zijn moeder Hendrika Kok en nog een paar van de jongere
kinderen.
De gepachte boerderij komt stukje bij beetje bij de
familie in bezit. Een deel van het land is al door zijn ouders gekocht. De rest,
inclusief de boerderij zelf, zal Berend in de loop van de tijd verwerven.
Op 42-jarige leeftijd trouwt hij toch nog, en wel met de 36-jarige
weduwe Aaltje Wiltink (1874-1964) uit Ambt Doetinchem. Gezien het
kinderloze eerste huwelijk van Aaltje en de leeftijd van beiden zal het paar
niet op gezinsuitbreiding gerekend hebben. Maar het onverwachte gebeurt: binnen
iets meer dan vijf
jaar worden maar liefst vijf kinderen geboren!
In
een schuur heeft Berend twee prachtige werkbanken staan, met alles erop en
eraan. Daar maakt en repareert hij met zijn twee rechterhanden alles wat maar
mogelijk is.
De Oude IJssel
De
Oosterenk wordt slechts door een weg en een weiland van de Oude IJssel
gescheiden. En die staat in verbinding met de IJssel. Door de ligging zo dicht bij die rivier heeft
men op de Voorsterklei bijna iedere winter last van hoogwater.
In januari 1920
is het erger dan anders. Het snel wassende water verrast iedereen. Berend moet
vluchten, samen met Aaltje en hun vijf kinderen tussen de 3 en 9 jaar oud, en
daarbij alles achterlaten. De oudste dochter zag haar vader huilen van wanhoop.
Hij riep: 'Hoe moet dat nu toch allemaal'. Ze worden liefdevol opgevangen door de
familie Langenberg in Empe.
In de Arnhemsche Courant
van 5 januari lezen we:
‘Zutphen, 4 januari. Omtrent de
toestand van zaterdag kan nog worden gemeld dat ’s middags het land tussen
Voorst en de Hoven aan de binnenkant van de Vliegendijk en Voorsterkleidijk
onder water is gelopen.
De oorzaak van het snelle opkomen
van het water kan niet geheel worden verklaard.
In elk geval is het een feit dat het
water bezig is de gehele Overmarsch te bedekken en steeds meer boerderijen
isoleert. Dit geschiedt hier en daar met zulk een snelheid, dat de bewoners er
door verrast worden. Zo moest een jongetje dat zich plotseling in de
onmogelijkheid zag, de boerderij waar hij op bezoek was, te verlaten, door
iemand met zware waterlaarzen aan (…) op het ‘vast land’ worden gebracht.
Bij de steenfabriek ‘het
Hoendernest’ was men druk bezig de gevormde maar nog niet gebakken stenen naar
de hoogstgelegen schuren te sjouwen.’
De Oude IJssel geeft echter ook vreugde. Zo toont een foto uit de jaren dertig van de vorige eeuw hoe een van Berends dochters er aan het roeien is. En ‘s winters kan er op de ondergelopen en bevroren weilanden worden geschaatst.
![]() |
Berends
maatschappelijke betrokkenheid
Moet
er iets geregeld worden, dan komt Berend al gauw in actie. Zo maakt hij er zich
hard voor dat de IJsselstraat – in 1920 nog een zandweg – bestraat wordt. Het
blijkt ook uit de volgende activiteiten.
Aanwijzer
Berend
vervult geregeld de functie van ‘aanwijzer’. Als een landeigenaar in de buurt
iets wil verkopen (zoals bomen of percelen grond), wordt hij nogal eens
ingeschakeld om potentiële kopers het gebodene ‘aan te wijzen’ oftewel nadere
informatie te verstrekken.
![]() |
Zutphensche
Courant 20-12-1918 |
Het Paardenfonds
In 1918 is Berend een van de oprichters van het ‘Empsche
Paardenfonds Onderlinge Hulp’, een onderlinge verzekering. Meteen al melden
zich 18 leden aan die samen 20 paarden hebben. Vier dagen later is het ledental
al gegroeid tot 26. In 1934 zijn inmiddels 144 leden met in totaal 170 paarden
verzekerd. Een paard was belangrijk voor een boer, net zoals tegenwoordig een
tractor. Die verzeker je ook.
![]() |
Zutphensche
Courant 04-03-1918 |
Fungeert Berend bij het Paardenfonds eerst als een van de
vier commissarissen, later is hij schatter (penningmeester) en nog later
secretaris. In die laatste hoedanigheid heeft hij over 1925 het jaarverslag
opgesteld, ‘hetwelk zeer uitvoerig was’, zo lezen we in de Zutphensche courant.
Het artikel vervolgt: ‘De secretaris eindigde zijn jaarverslag met te
herinneren aan de spreuk: “Eendracht maakt macht”, welke zo geheel toepasselijk
is op de vereniging.’
Over de jaarvergadering van 1934 in Hotel Spoorzicht in Empe
schrijft de Zutphensche courant:
‘De zaal was tot in de hoeken geheel bezet met leden uit Empe, Voorst, Tonden, Klein Amsterdam en omstreken. De secretaris, de heer B. Busser, bracht een uitvoerig verslag uit. De vereniging, welke nu 16 jaren bestaat, had het dit afgelopen jaar wel zeer ongunstig, aangezien het 13 paarden moest overnemen, welke bijna alle als slachtpaarden moesten worden verkocht. Tot 5 maal toe moest bij de leden worden aangeklopt voor een extra premie, wat geen prettig werk is, zegt de secretaris, doch onze vereniging draagt niet voor niets de naam van ‘Onderlinge Hulp’. (…) De secretaris sprak de hoop uit, dat het komende jaar gunstiger mocht zijn. Hij sloot zijn verslag met een opwekkend woord tot de leden om in deze zware tijden moed te houden, want na duister, zegt spreker, komt licht.
![]() |
Hotel-café Spoorzicht Voorst-Empe (bron:
Gelderland in Beeld nr. 49616) |
Tijdens de jaarvergadering van februari 1937, een kleine
vier maanden voor zijn dood, wordt Berend benoemd tot
voorzitter-penningmeester. Die post is al enige maanden vacant, zo blijkt.
Berend memoreert: ‘In het afgelopen jaar hebben we onze voorzitter grafwaarts
moeten brengen’. Niet wetende dat zijn eigen dood zo nabij is.
Buitenpolder
De Voorsterklei
Per
1 juli 1934 wordt ‘Berend Busser, landbouwer te Brummen’ benoemd
in het eerste algemeen bestuur van
‘buitenpolder De Voorsterklei’. Op die datum is het nieuwe
Rivierpolderreglement in werking getreden. De bestuursleden worden
hoofdingelanden genoemd. Een ingeland is iemand die grond bezit
binnen het gebied van een waterschap.
Zutphensche courant 03-09-1937
De Marke van Empe
In 1936 zien we Berends naam opduiken bij een kwestie
rond de Marke van Empe, gemeenschappelijke grond in bezit van de gezamenlijke
boeren. Zulke meestal woeste (heide)gronden werden door de boeren gebruikt om
hun vee te weiden, turf te steken of plaggen te winnen voor bemesting van hun
akkers. Naar gelang de grootte van je boerderij had je in zo’n Marke meer of
minder rechten.
In genoemd jaar wil de burgemeester van Brummen diverse
percelen op het Hontsveld die onderdeel zijn van de Marke ‘onteigenen’. Daarmee
worden ze privébezit. Grotere boeren met veel rechten hadden daar belang bij,
vooral toen de grondprijzen stegen. Door het verbeteren van de waterhuishouding
konden zij die gronden ook nog eens veel productiever maken.
De keuterboeren, die kleine of geen rechten hadden,
visten bij zoiets veelal achter het net. De 33 boeren die samen de ‘klein- en
ongewaarden’ van deze Marke vormen, waaronder Berend, zijn dan ook tegen deze
onteigening. Zij willen graag gebruik blijven maken van hun gezamenlijke
rechten op deze grond. Daarom spannen ze bij de rechtbank in Zutphen een
rechtszaak aan. Als deze op 12 november 1936 uitspraak doet, blijkt dat deze
kleine boeren – inderdaad – achter het net vissen. Wel wordt een
schadevergoeding van 13.673 gulden vastgesteld, ruim 400 gulden per boer. In
die tijd een behoorlijk bedrag. En ook hoeven de 33 de proceskosten niet te
betalen.
Terug naar de Oosterenk
Op 11 maart 1936 zijn Berend en Aaltje 25 jaar getrouwd.
Op een foto die op deze feestdag genomen is, zien we Berend met lange golvende
haren die in de huidige tijd niet zouden misstaan. Het paar zit achter tafels
vol bloeiende potplanten. Tegenwoordig zouden dat boeketten zijn geweest. Er
staan ongetwijfeld planten tussen die door het Empsche Paardenfonds
Onderlinge Hulp en het polderdistrict Voorsterkleipolder zijn geschonken.
Medio 1937 sterft Berend plotseling, 68 jaar oud. Een dochter en een schoonzoon zijn hem voorgegaan. De boerderij wordt voortgezet door zoon (Berend) Jan (1914-1993).
![]() |
1936 – 25 jaar getrouwd (bron: familiebezit) |
![]() |
Zutphensche Courant 28-02-1936 |
![]() |
Zutphensche Courant 04-06-1937 |
Dit artikel is ook gepubliceerd in De Marke, Oudheidkundig mededelingenblad van de Oudheidkundige Vereniging De Marke Brummen e.o. 2022-3
Over de herkomst van de familie lees je via de volgende link:
De familie Busser: van Recke in Duitsland naar de Oosterenk in Empe
Over Aaltje Wiltink, de vrouw van Berend Busser:
Boerderij Klein Neerheide in de Kruisberg vanaf 1650 (Doetinchem)
Over Berends broer Geert:
De dienstverbanden van Geert Busser (1870-1943)
En over zijn broer Hendrik Jan en nazaten:
Emile Vernig (*1912) op Witzand in Empe: van dolende snuiter tot honkvaste boer
Er is van deze familietak ook een veel uitgebreidere beschrijving beschikbaar (circa 148 pagina's incl. broers en zussen). Interesse? Laat het me weten. Ik stuur je dat digitale document graag (kosteloos) per mail toe.
Bronnen
2. Bevolkingsregister
3. Herman Blom & Arie van Bodegom, Veld- en boerderijnameninventarisatie in de Gemeente Brummen, Brummen 2010
4. Canon van Nederland: https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/salland/den-ham-vroomshoop/markescheiding
5. Delpher.nl (oude kranten)
6. Dienstbodenregister Brummen
7. Erfgoedcentrum Zutphen
8. Kadaster
9. Overlevering
10. Jan Schurink, Empe, een open gemeenschap aan de Oude IJssel, Bussloo 2005
11. Wikipedia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten